Onderwijsaanbod
Willen onderwijsinstellingen een bepaald aanbod organiseren, dan hebben zij daarvoor de toestemming nodig van de Vlaamse Regering. Voorafgaand aan die beslissing wint de Vlaamse Regering het advies in van de Vlor.
De actieve vrijheid van onderwijs is grondwettelijk gegarandeerd. In principe mag iedereen onderwijs aanbieden. De overheid mag deze vrijheid niet beperken, tenzij bij wet (decreet).
De overheid legt aan de onderwijsverstrekkers twee soorten beperkingen op:
Erkenningsvoorwaarden hebben te maken met de inhoud van de opleiding, bijvoorbeeld voldoen aan de regels inzake eindtermen of een erkende beroepskwalificatie omvatten. financierings- of subsidiëringsvoorwaarden:
Een van die voorwaarden is dat het aanbod moet voldoen aan de regels voor rationalisatie en programmatie. Om de kosten voor het onderwijs te beheersen, heeft de overheid alle belang bij een rationeel aanbod van onderwijs. Zo’n rationeel aanbod is in een context van vrijheid van onderwijs en vrije keuze alleen mogelijk als de overheid voor elke onderwijsniveau bij decreet bepaalt aan welke voorwaarden op het vlak van het aantal leerlingen/cursisten en op het vlak van spreiding over Vlaanderen dit aanbod moet voldoen.
Vanuit zijn adviesbevoegdheid heeft de Vlor een rol bij de totstandkoming van die decretale voorwaarden voor erkenning en voor rationalisatie en programmatie. De Vlor heeft sinds zijn ontstaan ook steeds in mindere of meerdere mate een rol gespeeld bij de toepassing van die voorwaarden op het terrein.