Programmatie van niet-duale opleidingen in het buitengewoon secundair onderwijs - schooljaar 2021-2022
De Vlor gaf advies over 87 aanvragen voor de programmatie van een niet-duaal structuuronderdeel in het buitengewoon onderwijs van opleidingsvorm 3 voor het schooljaar 2021-2022.
Criteria
In het advies geeft de Vlor aan hoe hij de criteria toepast op de aanvragen, rekening houdend met de motivering van de scholen. De raad houdt; naast de criteria uit de regelgeving, ook rekening met enkele bijkomende criteria:
- Als een aanvraag eerder al goedgekeurd werd door de Vlaamse Regering, maar niet ingericht, adviseert de Vlor gunstig. Werd de aanvraag in een vorige ronde afgekeurd, zullen we onderzoeken in welke mate de motivering van dat oordeel opgevolgd werd.
- Binnen de gegeven beleidscontext hebben scholen andere beleidskeuzes gemaakt: enkel een zeer beperkte aanvraag, dan wel een aanvraag voor een breed palet aan opleidingen. De raad vraagt dat scholen, ongeacht de keuze die ze in de huidige onduidelijke beleidscontext hebben gemaakt, optimale ontwikkelingskansen krijgen in de volgende jaren.
- Scholen wordt de mogelijkheid geboden om samen met de aanvraag voor de opleidingsfase meteen ook de aanvraag in te dienen voor de gemoderniseerde opleidingen van de kwalificatiefase (start 01/09/2023) en de integratiefase (start 01/09/2025). Heel wat scholen hebben dan ook de kans gegrepen om aansluitende structuuronderdelen in de drie fasen aan te vragen. De Vlor bekijkt en adviseert deze aanvragen dan ook als een geheel.
Gedoogjaar
Indien een school na een gunstige beoordeling van de Vlaamse regering van een programmatieaanvraag het daaropvolgende schooljaar geen leerlingen inschrijft voor dat structuuronderdeel, moet ze een nieuwe aanvraag indienen indien ze het structuuronderdeel opnieuw wenst in te richten. Vanaf er één leerling werd ingeschreven, wordt dit beschouwd als een gedoogjaar en dient er het daaropvolgende schooljaar geen nieuwe aanvraag ingediend worden. De Vlor is van mening dat scholen die het eerste schooljaar geen leerlingen inschreven, ook dat schooljaar als een gedoogjaar moeten kunnen beschouwen. Op die manier hoeven ze geen heraanvraag in te dienen het daaropvolgende schooljaar. Dat zou ook een administratieve vereenvoudiging betekenen.
Advisering Opleidingsvorm 4
Vanaf dit schooljaar wordt er aan de Vlor geen advies gevraagd voor de programmatieaanvragen voor structuuronderdelen in opleidingsvorm 4, zowel voor duaal als voor niet-duaal buitengewoon secundair onderwijs. De reden is de flexibiliteit die wordt geboden aan de scholen om een aanvraag te doen op eender welk moment in het schooljaar, uiterlijk twee maanden vooraleer de school het structuuronderdeel wil inrichten. Daarbij zal de Vlaamse Regering uiterlijk binnen de termijn van twee maanden na het indienen een beslissing moeten nemen.
De Vlor stelt zich vragen bij deze afwijkende procedure ten opzichte van de andere programmatieaanvragen. Hij kan immers via een snelprocedure ad hoc advies verlenen voor deze aanvragen.
Indien de reden van deze aanpassing de flexibiliteit is, vraagt de Vlor zich af of er dan wel een procedure nodig is. De raad stelt in dat geval voor om ofwel de procedure af te schaffen ofwel minstens te vervangen door een vereenvoudigde procedure die minder administratieve inspanningen vraagt van de scholen.
Verder verloop
De Vlaamse Regering zal een beslissing nemen over de programmaties op basis van het advies van de Vlor, de onderwijsinspectie en AGODI.