Advies over de aanvragen tot afwijking van de programmatiestop in het dko
De Vlor bracht advies uit over de aanvragen tot afwijking van de programmatiestop in het deeltijds kunstonderwijs voor het schooljaar 2012-2013. Bij de beoordeling van de dossiers gaat de Vlor uit van de bepalingen over de programmatiestop en de mogelijke afwijkingen daarop in de beide organisatiebesluiten van het deeltijds kunstonderwijs. De Vlor baseert zich ook op de memorie van toelichting bij het programmadecreet 2011. Die memorie noemt als mogelijke redenen van afwijking op de programmatiestop de voortzetting van het traject van leerlingen en het invullen van een blinde vlek in het landschap.
De Vlor beoordeelt of er sprake is van een blinde vlek op het niveau van het reguliere dko zelf. De aanwezigheid van andere gelijkaardige kunsteducatieve initiatieven op zich is dus geen reden om een ongunstig advies te verlenen aan een aanvraag. De Vlor gaat er wel van uit dat er in dat geval samenwerking moet zijn met het bestaande initiatief, zodat er geen concurrentie ontstaat. Bij de beoordeling van dossiers die zich beroepen op het criterium van de blinde vlek, maakt de Vlor ook een verschil tussen het aanbod voor kinderen en het aanbod voor volwassenen. De raad vindt een aanbod dichtbij huis voor kinderen prioritair.
De Vlor stelt vast dat er een groot verschil is in samenstelling en kwaliteit van de dossiers. Dat heeft ten dele te maken met de richtlijnen over dat dossier, die volgens de raad op een aantal punten onduidelijk zijn. De Vlor dringt er bij de overheid op aan duidelijke richtlijnen uit te vaardigen. Van de instellingen verwacht hij een helder gemotiveerde aanvraag, waarin op basis van een feitenanalyse een afwijking op de programmatiestop wordt verdedigd.