Programmaties buitengewoon basisonderwijs 2024-2025
De Vlor formuleerde zijn advies over vier programmatieaanvragen voor het buitengewoon basisonderwijs, schooljaar 2024-2025. Daarvan zijn er twee voor de oprichting van een nieuw type in een bestaande school en twee voor een type in een nieuwe op te richten school. De advisering gebeurt op basis van de criteria zoals die door de Vlaamse Regering vastgelegd zijn in haar besluit van 17 juni 1997.
Goede evolutie naar gefundeerde aanvragen die vertrekken vanuit de leerling
Ondanks het gering aantal aanvraagdossiers zien we wel dat al deze dossiers getuigen van een doordacht voorafgaand proces. Scholen die een dossier indienen, zijn zich duidelijk bewust van de huidige problematieken, zoals de capaciteitsproblematiek en de afstand tot een school met een gepast aanbod. Ze willen met hun aanvraag een oplossing bieden voor die leerlingen die nu aan hun lot worden overgelaten.
Drempels procedure nieuw op te richten scholen voor nieuw type verlagen
De Vlor dringt erop aan dat de drempels om een nieuwe school met één type op te richten verder verlaagd worden. Deze drempels houden scholen tegen om hun capaciteit uit te breiden.
We vragen om in de toekomst:
- voor het buitengewoon basisonderwijs, net als in het buitengewoon secundair onderwijs, ook een eenvoudige procedure te voorzien als het gaat om afsplitsing van een bestaande school.
- de criteria, indien een school volledig nieuw wordt opgericht, beter af te stemmen op de eigenheid van een aanvraag tot oprichting van een nieuwe school.
Programmatieprocedure type 5 verduidelijken
Een school voor type 5 kan slechts worden geprogrammeerd aan een door de regering aangeduide medische instelling. Omdat de oprichting van een nieuwe school met type 5 een nieuw type, impliceert, dient de programmatieprocedure gevolgd te worden.
Zowel het decreet basisonderwijs als de omzendbrief zijn daar niet duidelijk over. De Vlor vraagt om hier klaarheid te scheppen met een duidelijke formulering van de aanvraagprocedure voor type 5 en het proces dat daarop volgt naar een beslissing van de Vlaamse Regering.
Tijdige communicatie naar scholen
De raad dringt bij de minister aan om scholen tijdig op de hoogte te brengen van de uiteindelijke beslissing over hun programmatie-aanvraag. Zo krijgen ze voldoende tijd om het nieuwe type en/of de nieuwe school voor het nieuwe schooljaar in te richten, ook in samenwerking met andere betrokken actoren. Scholen moeten ook tijdig kunnen communiceren naar ouders over hun aanbod.
De Vlaamse Regering zal op basis van dit advies en samen met de adviezen van AGODI en de onderwijsinspectie over deze aanvragen een beslissing nemen.