Advies over programmaties basisaanbod in het buitengewoon basisonderwijs, schooljaar 2015–2016
De Vlor beraadde zich over een programmatieaanvraag voor het schooljaar 2015-2016 voor de oprichting van het type basisaanbod in een school voor buitengewoon basisonderwijs.
Criteria
Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende de programmatieaanvragen bepaalt dat de Vlor op basis van volgende beoordelingscriteria advies moet geven over de programmatieaanvragen voor de oprichting van een nieuw type in het buitengewoon basisonderwijs:
Administratieve criteria
- Werd er onderhandeld met het lokaal onderhandelingscomité, en wat is het resultaat?
- Werd er overleg gepleegd met de schoolraad, en wat is het resultaat?
- Op welk onderwijsniveau heeft de oprichting betrekking?
Omgevingsanalyse
- Worden in het programmatievoorstel de noodzaak, de doelmatigheid en de leefbaarheid, met inbegrip van een realistische inschatting van het potentiële aantal leerlingen, afdoende gemotiveerd in een omgevingsanalyse, waarbij in de mate van het mogelijke ook rekening gehouden wordt het lokale aanbod?
- Wordt, in relatie tot het reeds bestaande aanbod van het type of programmatieaanvragen van andere scholen voor hetzelfde type buitengewoon onderwijs, een redelijke spreiding beoogd, rekening houdend met de wetenschappelijk te verwachten prevalentie en met het oog op een optimale organisatie van het leerlingenvervoer?
- Worden de aangepaste en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden voor de te programmeren doelgroep in kaart gebracht, en als dat niet het geval is, wordt dat dan afdoende gemotiveerd?
Expertise en professionalisering
- Beschikt de school over de nodige expertise voor het bijkomend aanbod waarop de programmatieaanvraag betrekking heeft?
- Zijn er recent inspanningen geleverd om het personeel te professionaliseren voor het nieuwe type of zijn dergelijke inspanningen gepland?
Infrastructuur en materiële voorzieningen
- Heeft de school de vereiste infrastructurele en materiële voorzieningen op het gebied van toegankelijkheid en hulpmiddelen voor het type dat ze wil programmeren?
Opmerking vooraf
Indien een programmatieaanvraag gebeurt voor een nog op te richten vestiging, beschikt de Vlor op het moment van advisering niet over alle noodzakelijke informatie om het criterium betreffende infrastructuur en materiële voorzieningen, ten gronde te beoordelen. De raad kan dus geen rekening houden met het resultaat van de aanvraag tot oprichting van de vestigingsplaats en de goedkeuring van de inspectie van de vooropgestelde gebouwen. Deze opmerking sluit aan bij de opmerkingen vooraf die werden geformuleerd bij het advies over de oprichtingsvragen voor type 9 in he buitengewoon onderwijs van 22 oktober 2014. Op het moment waarop de raad om advies gevraagd wordt over de programmatie van een nieuw type kunnen er een aantal onbekende factoren kunnen zijn.
Verder verloop
De Vlaamse Regering neemt een beslissing over de programmatieaanvraag op basis van het advies van de Vlor, AgODi en de Onderwijsinspectie.