Advies over de programmatieaanvragen buitengewoon basisonderwijs 2017-2018

De Vlor formuleerde een advies over 13 programmatieaanvragen voor het schooljaar 2017-2018 voor de oprichting van een nieuw type in het buitengewoon basisonderwijs. De Vlaamse Regering zal op basis van dit advies en samen met de adviezen van Agodi en de onderwijsinspectie over deze aanvragen een beslissing nemen.

Criteria

Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende de programmatieaanvragen bepaalt dat de Vlor op basis van volgende beoordelingscriteria advies moet geven over de programmatieaanvragen voor de oprichting van een nieuw type in het buitengewoon basisonderwijs:

Administratieve criteria

  • Werd er onderhandeld met het lokaal onderhandelingscomité, en wat is het resultaat?
  • Werd er overleg gepleegd met de schoolraad, en wat is het resultaat?
  • Op welk onderwijsniveau heeft de oprichting betrekking?

Omgevingsanalyse

  • Worden in het programmatievoorstel de noodzaak, de doelmatigheid en de leefbaarheid, met inbegrip van een realistische inschatting van het potentiële aantal leerlingen, afdoende gemotiveerd in een omgevingsanalyse, waarbij in de mate van het mogelijke ook rekening gehouden wordt het lokale aanbod?
  • Wordt, in relatie tot het reeds bestaande aanbod van het type of programmatieaanvragen van andere scholen voor hetzelfde type buitengewoon onderwijs, een redelijke spreiding beoogd, rekening houdend met de wetenschappelijk te verwachten prevalentie en met het oog op een optimale organisatie van het leerlingenvervoer?
  • Worden de aangepaste en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden voor de te programmeren doelgroep in kaart gebracht, en als dat niet het geval is, wordt dat dan afdoende gemotiveerd?

Expertise en professionalisering

  • Beschikt de school over de nodige expertise voor het bijkomend aanbod waarop de programmatieaanvraag betrekking heeft?
  • Zijn er recent inspanningen geleverd om het personeel te professionaliseren voor het nieuwe type of zijn dergelijke inspanningen gepland?

Infrastructuur en materiële voorzieningen

  • Heeft de school de vereiste infrastructurele en materiële voorzieningen op het gebied van toegankelijkheid en hulpmiddelen voor het type dat ze wil programmeren?

Algemene opmerkingen

Het valt op dat scholen in hun aanvraagdossier op een verschillende manier invulling geven aan de omgevingsanalyse. Sommige dossiers bevatten een netoverschrijdende omgevingsanalyse, terwijl in andere dossiers de omgevingsanalyse beperkt is tot de eigen groep. Hoewel in het licht van de vrijheid van oprichting, programmatievoorstellen per groep worden bekeken, is de omgevingsanalyse best zo volledig mogelijk: ze moet een zicht geven op het lokale aanbod van zowel het officieel onderwijs als het vrij onderwijs. De aanwezigheid van een reeds bestaand aanbod voor buitengewoon onderwijs is een belangrijk element om de leefbaarheid van het programmatievoorstel te kunnen inschatten. Als gevolg van de implementatie van het M-decreet is er sprake van een dalend leerlingenaantal in het buitengewoon basisonderwijs. Die daling zorgt in het onderwijsveld voor onzekerheid en spanningen op vlak van het voortbestaan van scholen en de toekomst van deze leraren. Enkele aanvraagdossiers illustreren dit dalend leerlingenaantal, vooral binnen het type basisaanbod. De Vlor wijst erop dat het aanvragen van een nieuw type niet het gepaste antwoord is om het dalend aantal leerlingen te compenseren. Dit kan ook tussen scholen voor problemen zorgen op vlak van leefbaarheid. Programmatieaanvragen moeten uit een reële nood voortvloeien. Dit is ook met het oog op het realiseren van inclusief onderwijs een belangrijk aandachtspunt. De Vlor vraagt aan de minister om tijdig op deze evolutie in te spelen en maatregelen te nemen. Tot slot is de vaststelling dat een aantal aanvraagdossiers gegroeid zijn uit de huidige werking van de scholen: scholen die de oprichting van een nieuw type aanvragen omdat zij in de feiten reeds met leerlingen met dit type-profiel werken. Deze scholen spelen in op een verwachte herattestering.