Programmatie van duaal leren in het buitengewoon secundair onderwijs - schooljaar 2020-2021
De Vlor gaf advies over 60 aanvragen voor de programmatie van een duaal structuuronderdeel in het buitengewoon onderwijs van opleidingsvorm 3 en van tso en bso in opleidingsvorm 4 voor het schooljaar 2020-2021. Er zijn 23 scholen die minstens een programmatiedossier hebben ingediend, waarvan 10 die voor het eerst minstens een duaal structuuronderdeel aanvragen voor het schooljaar 2020-2021. De meeste aanvragen situeren zich in opleidingsvorm 3.
Er zijn verschillen in het aantal duale structuuronderdelen dat scholen aanvraagt. De meeste vragen twee opleidingen aan. Het gaat dan wel om aanvragen voor zowel de kwalificatiefase als de integratiefase. Er zijn zowel argumenten om de duale structuuronderdelen langzaam in te voeren, als om meteen een groter aanbod te programmeren.
In het advies geeft de Vlor aan hoe hij de criteria toepast op de aanvragen, rekening houdend met de motivering van de scholen. De raad houdt ook rekening met enkele elementen die inspelen op de specifieke situatie van het buitengewoon secundair onderwijs: zijn er voldoende tewerkstellingsmogelijkheden in de regio van de onderwijsinstelling waar de leerlingen terechtkunnen en of de onderwijsinstelling de opleiding al aanbiedt in de kwalificatiefase, een voorwaarde om de aanvraag ontvankelijk te verklaren.
De Vlor dringt er bij de overheid op aan om de gunstige beoordeling voor het programmeren van een duaal traject voor meerdere jaren toe te kennen, onafhankelijk van het feit of er al dan niet een leerling het traject aanvangt voor 1 oktober van dat eerste schooljaar. Daarnaast vraagt hij om goed aan de scholen te communiceren dat het gaat om programmaties voor het schooljaar 2020-2021. Het moet voor scholen ook duidelijk zijn dat als er geen leerlingen ingeschreven zijn op 1 oktober 2020, er een nieuwe programmatieaanvraag moet ingediend worden voor het schooljaar 2021-2022.
Verder verloop
De Vlaamse Regering zal een beslissing nemen over de programmaties op basis van het advies van de Vlor, de SERV en de onderwijsinspectie en AGODI.