Samenwerking (flankerend onderwijsbeleid, transversaal beleid, brede school)
De Vlor vindt het wenselijk dat steden en gemeenten een flankerend onderwijsbeleid kunnen ontwikkelen. Daarbij moet een duidelijke afbakening zijn tussen de rol van het lokaal bestuur als inrichter enerzijds en de rol van het lokaal bestuur als regisseur van flankerend onderwijsbeleid anderzijds. De gemeenten moeten de partners uit alle netten bij de uitwerking en uitvoering ervan te betrekken. Vanaf 2016 zijn de subsidies die de gemeenten ontvangen voor flankerend onderwijsbeleid niet meer gekleurd. De Vlor vindt het belangrijk dat de investeringen van de gemeenten in onderwijs voor de lokale partners echter transparant blijven. Het blijft hierbij de opdracht van de Vlaamse overheid om voor de basisfinanciering van de onderwijsinstellingen te zorgen. Het flankerende onderwijsbeleid kan dan ook alleen betrekking hebben op facultatieve onderwijskosten.
Via transversaal beleid worden daarbij dwarsverbanden gezocht tussen onderwijs en andere domeinen (zoals Welzijn). De Vlor steunt de initiatieven om werk te maken van een brede school om zo de ontwikkelingskansen van kinderen te maximaliseren. Het aangaan van samenwerkingsverbanden en partnerschappen tussen scholen en andere lokale actoren mag echter niet leiden tot taakverzwaring voor scholen.
Scholen vormen ook een belangrijke partner voor de organisatie van de opvang van kinderen, zowel voor als na de schooltijd als tijdens de middagpauze. De Vlor is ook voor kinderopvang vragende partij voor meer transversaal beleid om de noden van de onderwijspartners op vlak van infrastructuur, personeel en financiering beter te kunnen beantwoorden.