Advies over opvang en onderwijs voor jonge kinderen (OOJK)
In mei bespreken de Europese ministers van Onderwijs de voorstellen van de Europese Commissie over de universele toegang tot voorschools onderwijs voor kinderen tussen 0 en 6 jaar. De Commissie stelt beleidssamenwerking voor tussen de lidstaten voor de integratie en kwaliteitsverhoging van opvang en onderwijs voor jonge kinderen.
De Vlor erkent de meerwaarde van een degelijk en kwalitatief aanbod en het belang ervan voor de verdere levensloopbaan van kinderen. Het is dan ook de kerntaak van de overheid om hierin te blijven investeren. De raad heeft het wel moeilijk met het voorstel van de Europese Commissie om opvang en onderwijs te integreren en pleit eerder voor aansluiting tussen opvang en onderwijs en voor een gemeenschappelijke visie. De Vlor waarschuwt voor een verengde interpretatie van het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap door het te koppelen aan de verplichting tot een inclusieve onderwijsaanpak. In sommige gevallen zal een gespecialiseerde setting nodig zijn, voor andere kinderen zal een inclusieve setting meer renderen. Bovendien wijst de Vlor erop dat benchmarking niet mag leiden tot een al te enge vergelijking: het succes van OOJK-stelsel in bepaalde lidstaten wordt dan ook best ruimer gekaderd.
Aanbevelingen voor het Vlaams beleid
De Vlor stelt vast dat er in Vlaanderen al veel is gebeurd voor de participatie van kinderen tussen 0 en 6 jaar binnen een kwalitatieve OOJK-voorziening. De raad ziet echter nog kansen liggen om beleidsmaatregelen te nemen op het vlak van:
- het creëren van ruimte door de overheid om partners toe te laten op vrijwillige basis en vanuit een lokaal gedragen coherente visie, intensief werk te maken van het wegwerken van drempels tussen de voorschoolse kinderopvang en het kleuteronderwijs;
- één coherente visie over kinderopvang en kleuteronderwijs. Daarvoor is een onderlinge afstemming van de beleidsdomeinen onderwijs en welzijn nodig. De Vlor wil hierover verder meedenken;
- het versterken van de investeringen voor het kleuteronderwijs;
- het creëren van voldoende opvangplaatsen in de voorschoolse kinderopvang en infrastructuur in het kleuteronderwijs n.a.v. de aangroei van het aantal baby’s en peuters;
- het verhogen van de kwalificaties van het personeel binnen de voorschoolse kinderopvang binnen een breed beroepsprofiel;
- het aantrekkelijk maken van de sector zodat de grote nood aan gekwalificeerd personeel opgevangen wordt;
- het opvangen van de behoefte aan pedagogisch geschoold personeel in de kinderopvang en kinderverzorgsters in de kleuterscholen zodat in beide sectoren er een goed evenwicht is tussen de aandacht voor zorg en educatie;
- investeringen in ouderondersteuning vanaf jonge leeftijd.