Advies over tijdelijke projecten in het DKO
De overheid staat in het DKO elk jaar heel wat experimenten toe. Maar een globaal overzicht daarvan is moeilijk te geven en over de onderlinge samenhang en de criteria voor goedkeuring bestaat veel onduidelijkheid. Het decreet op de tijdelijke projecten kan voor verbetering zorgen.
De Vlor vindt het wenselijk dat ook DKO-scholen tijdelijke projecten (“proeftuinen”) kunnen organiseren. De Vlor stelt in zijn advies meteen een procedure en beoordelingscriteria voor om de aanvraag en de goedkeuring van gesubsidieerde tijdelijke projecten in het DKO te stroomlijnen en overzichtelijk te maken.
Hij vindt zowel zelfevaluatie als externe evaluatie door de overheid wenselijk. Na evaluatie kan de overheid beslissen of ze een project veralgemeent door het in de regelgeving in te schrijven. Sommige projecten die men niet kan veralgemenen, zou de overheid toch organiek in de regelgeving kunnen opnemen als studierichting met een specifiek karakter. Ze kunnen dan maar in 1 school worden ingericht.