Advies over de tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs
De Vlor bracht advies uit naar aanleiding van twee eindrapporten over tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs (DKO): 'Hand in hand voor verbreding: leerlingen met speciale noden in het deeltijds kunstonderwijs' en 'Hand in hand voor kunsteducatie: afstemming tijdelijke projecten kunstinitiatie voor kansarme en/of allochtone minderjarigen en muzische vorming'.
De Vlor vindt dat jongeren en volwassenen met specifieke onderwijsbehoeften volwaardig moeten kunnen deelnemen aan het deeltijds kunstonderwijs. Momenteel verhinderen fysieke en pedagogische drempels dat. Volgens de raad bestaat in het DKO namelijk een spanningsveld tussen de ambitie om experts in een muzisch domein op te leiden en het streven om plezier te beleven aan muzische activiteiten. De Vlor meent dat het hele instellingsteam – en niet alleen de ondersteuningsleraar – een geïntegreerd ondersteuningsbeleid moet helpen realiseren. Als het om aanpassingen aan infrastructuur gaat, wijst de raad op de financiële implicaties en op de haalbaarheid.
Wat het rapport Hand in hand voor kunsteducatie betreft, focust de Vlor op de navorming van leerkrachten, zowel in het initieel onderwijs als in het DKO. Hij mist in het rapport wel informatie over de mate waarin de projecten kunstinitiatie de doelen realiseren die het decreet van 2002 had vooropgesteld: bevorderen ze bijvoorbeeld het zelfbeeld bij leerlingen met een risico op schoolse achterstand, verhogen ze de cultuurcompetentie van die doelgroep en versterken ze de betrokkenheid van de buurt en de ouders bij de school?
Download hier het volledige advies