Advies over projectoproep proeftuin Opleiding voor opleiders van volwassenen
Om volgend schooljaar te kunnen starten met een experimentele opleiding voor opleiders van volwassenen richt de onderwijsminister een projectoproep voor een proeftuin aan de 21 centra voor volwassenenonderwijs die een GPB-opleiding organiseren.
De Vlor steunt dit initiatief van de minister maar adviseert de minister wel om de doelgroep van de opleiding uit te breiden met lesgevers uit het hoger onderwijs en uit de centra voor basiseducatie, volwassenenonderwijs en ondernemersopleidingen van Syntra.
Afgestudeerden van deze opleiding zullen ook buiten het onderwijs werken. Daarom vindt de Vlor het wenselijk dat de SERV het beroepsprofiel waarop het structuurschema gebaseerd is, zou legitimeren.
CertificaatDe opleiding van deze proeftuin leidt tot een getuigschrift “Opleider van volwassenen”. De Vlor stelt voor om voor deze HOSP-opleiding van minder dan 900 uren meteen de term “certificaat” te gebruiken, zoals in het voorontwerp van onderwijsdecreet XVI. Hoe dan ook kan het civiel effect van dit studiebewijs niet gelijkwaardig zijn aan een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, behaald via een GPB-opleiding of andere lerarenopleiding.
Hele opleiding finacierenSamenwerking tussen de cvo's die aan het proefproject deelnemen, vindt de Vlor erg belangrijk. Hij vraagt de minister om de hele opleiding te financieren; en niet slechts 200 van de 280 lestijden.
Twee uitvoeringsbesluitenDe projectoproep gebeurt, net als bij het basis- en secundair onderwijs, vóór er een uitvoeringsbesluit over de selectieprocedure en –criteria goedgekeurd is. Bij de toewijzing van de proeftuinen aan de centra, zal de minister dus een uitvoeringsbesluit nodig hebben waarin veel artikelen met terugwerkende kracht zijn opgenomen. De Vlor erkent dat de timing krap is maar vraagt de minister om dat in de toekomst te vermijden door met twee uitvoeringsbesluiten te werken.
- Eén voor de oproep aan de scholen met de selectieprocedure en –criteria;
- Een tweede vóór de start van de geselecteerde projecten met de geselecteerde projecten en de wettelijke en decretale bepalingen waarvan de projecten mogen afwijken.
De Vlor vraagt om in de toekomstige uitvoeringsbesluiten voor de proeftuinen meteen ook de centra voor volwassenenonderwijs en de instellingen voor DKO op te nemen, aangezien die onder het toepassingsgebied van het decreet over de proeftuinen vallen.