Advies over de invoering van modulaire organisatievormen in het Vlaamse beroepsgericht onderwijs
In dit advies op eigen initiatief bekijkt de Vlor de haalbaarheid van modulair onderwijs in beroepsgerichte opleidingen. Het advies signaleert mogelijke problemen, somt basisvoorwaarden op en doet enkele voorstellen, rekening houdend met de beschikbare kennis en ervaring uit het volwassenenonderwijs en uit het experiment dat momenteel loopt in het beroepssecundair onderwijs.
Het advies geeft eerst de doelstellingen die bij de invoering van modulaire organisatievormen volgens de Vlor voorop moeten staan. Zo moet er een overzichtelijk onderwijsaanbod komen waarin de lerende centraal staat. Het is de bedoeling de ongekwalificeerde uitstroom te verminderen en levenslang en levensbreed leren te stimuleren. De Vlor somt ook enkele uitgangspunten op. Hij vindt dat diploma's gelijkwaardig moeten blijven, of ze nu in een modulaire of klassieke onderwijsorganisatievorm worden behaald en dat ook de leerplicht behouden moet blijven. Modulaire onderwijsvormen invoeren, kan slechts met respect voor de autonomie van de inrichtende machten. Het zal nieuwe onderwijsleersituaties vragen en een andere kijk op competenties, onderwijs en leren. Ook betrokkenheid van de leerkrachten en voldoende aandacht voor de vormende waarde van onderwijs zijn nodig.
De Vlor geeft daarna zijn algemene visie op hoe een modulaire organisatievorm er kan uitzien. Hij vindt wel dat er dan eerst een overkoepelende Vlaamse opleidingenstructuur moet komen, alvorens daar modulaire opleidingen van af te leiden.
Het advies laat de keuze open om met modulaire organisatievormen te starten in de tweede, dan wel in de derde graad van het secundair onderwijs. Maar de Vlor formuleert wel een reeks concrete voorwaarden die voor beide alternatieven vervuld moeten raken, om modulaire organisatievormen met succes ingang te laten vinden in het Vlaamse onderwijslandschap.
Tenslotte somt de Vlor als aanbevelingen een vijftal zaken op waarmee de minister liefst meteen van start gaat.
- een klare analyse van de kosten en baten van modulaire organisatievormen;
- het voorbereiden van een aangepaste regeling over de lesbevoegdheid, een aangepaste opdrachtomschrijving en een aangepaste rechtspositie voor de leraren;
- de voorbereiding van een rechtspositieregeling voor lerenden;
- de structuurkenmerken van de Vlaamse opleidingenstructuur en de modulaire opleidingenstructuur duidelijk omschrijven;
- een heldere overlegprocedure uittekenen en decretaal verankeren om een Vlaamse opleidingenstructuur en een modulaire opleidingenstructuur tot stand te brengen.