Technisch memorandum
Begin februari maakte de Vlaamse Onderwijsraad zijn verwachtingen over het toekomstig onderwijsbeleid bekend in een memorandum. Twaalf thema's werkte de Vlor verder uit. Voor elk thema stelde hij een fiche samen met doelstellingen en de gewenste maatregelen om ze te bereiken. Elke fiche beschrijft ook de voorwaarden die daarvoor vervuld moeten zijn en bevat indicatoren om het effect van de maatregelen achteraf te beoordelen.
De fiches zijn bestemd voor de regeringsonderhandelingen. De Vlor legt de onderhandelaars over 12 belangrijke onderwijsthema's telkens een pakket met samenhangende beleidsvoorstellen in handen waarover alle onderwijspartners het eens zijn.
De Vlaamse Onderwijsraad vraagt de volgende regering om werk te maken van deze twaalf thema's:
- De professionalisering van de leraren verhogen door een kwaliteitsvolle lerarenopleiding met aanvangsbegeleiding voor wie start en meer mogelijkheden voor overleg en nascholing voor alle leraren tijdens de hele loopbaan.
- De scholen meer mogelijkheden geven om hun interne kwaliteitszorg uit te bouwen, en zorgen voor een goede taakverdeling en goede kwaliteit bij de onderwijsondersteunende diensten (CLB, pedagogische begeleiding, steunpunten) en de inspectie.
- De vroege inschrijving en effectieve aanwezigheid van de jongste kleuters bevorderen en ervoor zorgen dat de kleuteronderwijzer(es) nog meer aandacht kan besteden aan wat de ontwikkeling van jonge kleuters stimuleert.
- Alternerend leren moet een volwaardig alternatief kunnen worden voor voltijds beroepsonderwijs, met een structurele in plaats van de huidige projectgebonden financiering. Het engagement van de jongeren en van het onderwijs moet verder reiken dan het deeltijds leren en ze moeten zelf meer kansen krijgen op ervaring en opleiding in een arbeidsomgeving.
- Leren aantrekkelijker maken dankzij meer variatie in de werkvormen, een soepeler onderwijsorganisatie en versterkte leerlingenbegeleiding.
- Een leerlingenstatuut op punt stellen dat de rechten en plichten van de leerlingen en de school vastlegt binnen een schoolconcept dat inspraak en betrokkenheid van leerlingen vooropstelt.
- Een plan voor de financiering van het hoger onderwijs opstellen zodat hogescholen en universiteiten hun drie opdrachten in de kennismaatschappij kunnen vervullen (onderwijs, onderzoek en dienstverlening) terwijl ze verder toegankelijk en betaalbaar blijven voor iedereen.
- Het systeem van de studiebeurzen moet ervoor zorgen dat meer studenten in aanmerking komen, dat de hoogste beurzen de reële studiekosten dekken en dat het aangepast is aan de grote variatie in studietrajecten die het flexibiliseringsdecreet mogelijk maakt.
- Een gelijkekansenbeleid in het hoger onderwijs zal nog meer jongeren en volwassenen stimuleren tot het behalen van een bachelor- of masterediploma, en vooral jongeren met een handicap, leerstoornis, ziekte of kansarme of allochtone achtergrond. Het moet ook de gelijke deelname aan internationale uitwisselingsprogramma's bevorderen.
- De basiseducatie moet het bestaande onderwijsaanbod voor volwassenen toegankelijker maken voor gevangenen.
- Ook in het volwassenenonderwijs is cursistenbegeleiding nodig. Veel mensen in de basiseducatie bijvoorbeeld kunnen extra informatie en advies over leren en leermogelijkheden goed gebruiken.
- De tweedekansfunctie van het onderwijs voor sociale promotie moet verder uitgebouwd worden als de gelegenheid waar volwassenen alsnog een diploma secundair of hoger onderwijs kunnen behalen.