Standpunt over implementatie Kopenhagen-proces in de Vlaamse context
De Algemene Raad heeft zijn standpunten samengebracht over een vijftal aspecten van de implementatie van het Kopenhagen-proces in Vlaanderen.
- De Vlor treedt de Europese Unie bij in haar pleidooi voor meer ondersteuning en begeleiding van leertrajecten in het leerplicht- en hoger onderwijs en het levenslang leren.
- Vlaanderen zou best inspelen op de mogelijkheden die Europass schept, bijv. door het certificaatsupplement in te voeren. Voor de vele initiatieven op het vlak van certificering die de overheid en de sectoren nemen, zou Vlaanderen een globaal concept en samenhangend beleid moeten uitwerken. Europass implementeren hoort daar bij.
- De Vlor vindt dat Vlaanderen een leerwegonafhankelijke kwalificatiestructuur nodig heeft, die gebaseerd is op de inhoudelijke referenties die gelden voor het onderwijs (eindtermen en ontwikkelingsdoelen). Op basis van die kwalificatiestructuur zou men dan alle opleidingen volgens de kwalificatie waartoe ze opleiden, een plaats kunnen geven in één grote opleidingenstructuur.
- Volwaardige kwaliteitszorg en –bewaking voor beroepsgerichte opleidingen moeten ingebed zijn in de nationale of regionale context. Daarom is het goed dat de Unie opteert voor een set indicatoren die aanzetten tot meta- en zelfevaluatie. De Vlor verkiest een beleid dat kwaliteitszorg en bewaking stimuleert zonder een bepaald model naar voor te schuiven.
- De Vlor wil dat de onderwijspartners actief en rechtstreeks kunnen deelnemen aan het debat over hoe Vlaanderen zal omgaan met de Europese impulsen die de betekenis van kwalificaties moeten verhelderen. De Vlor waardeert de huidige samenwerking op dat gebied met het departement Onderwijs.
De Vlaamse Onderwijsraad onderschreef ook de standpunten die het Europees netwerk van onderwijsraden (EUNEC) goedkeurde tijdens zijn conferentie in Brussel van 25 tot 27 oktober. EUNEC sprak zich toen uit over hoe de Unie de transparantie van kwalificaties kan bevorderen en welke positieve effecten dat kan hebben voor de ontwikkeling van een Europees burgerschap.