Europese samenwerking na ‘Education and Training 2020’
Sinds de verklaring van Lissabon in 2000 stimuleert de Europese Commissie de samenwerking tussen lidstaten op het vlak van Onderwijs en Vorming. Momenteel wordt gediscussieerd over hoe de samenwerking er na 2020 moet uitzien. De Vlor suggereert op eigen initiatief een aantal mogelijke vernieuwingen in het programma.
Meer transparantie in veelheid beleidsinitiatieven
Naast de Europese beleidsinitiatieven vanuit Onderwijs en vanuit Werk (Skills Agenda), nemen ook andere internationale organisaties initiatieven op het vlak van Onderwijs Vorming. Die overlappen soms en hebben niet altijd dezelfde impact naar de lidstaten. De Vlor pleit voor een grotere transparantie in de vele beleidsinitiatieven.
De Vlor vraagt ook aandacht voor de wederzijdse afstemming tussen Vlaams en Europees onderwijsbeleid. Een assertief en proactief Vlaams beleid is hier noodzakelijk.
Lerende meer centraal
Veel beleidsteksten gaan wel over de lerende, maar vertrekken te weinig vanuit de lerende. Het Europese beleid zou breed moeten focussen op de onderbouwing van het recht op onderwijs zoals omschreven in art. 29 van het Kinderrechtenverdrag.
Investeren in onderwijs
De Vlor pleit ervoor om de lidstaten sterker te appelleren op investeringen in onderwijs. Dit zou kunnen door hiervoor benchmarks voorop te stellen. Er moet zeker ook een nieuwe beleidslijn komen rond onderwijsinfrastructuur en scholenbouw.
Stakeholders betrekken
De Vlor breekt ook een lans voor een sterker democratisch overleg met stakeholders over de krachtlijnen van het internationale beleid. Een overlast van veelvuldige rapporteringsoefeningen moet worden vermeden.