Nieuwe oproep voor een volwaardig toekomstplan basisonderwijsEen stand van zaken van het toekomstplan basisonderwijs

De Vlor ijvert al langer voor een toekomstgericht plan voor het basisonderwijs. Minister Ben Weyts heeft enkele stappen gezet, zoals extra investeringen in de zorg- en  administratieve ondersteuning. Tegelijk worden er besparingen aangekondigd. De Vlor is zeer bezorgd over de impact daarvan op het toekomstplan basisonderwijs en op de kwaliteitsvolle werking van het basisonderwijs op lange termijn.

Samenhangend langetermijnplan

De Vlor maakt een stand van zaken op van de investeringen in het basisonderwijs. We roepen de minister op om verder te bouwen op de reeds gezette stappen en werk te maken van een samenhangend en duurzaam langetermijnplan voor het basisonderwijs. De investeringen die tot nu toe gebeurd zijn, kaderen nog te weinig in een groter geheel. Bovendien zijn sommige middelen ook slechts tijdelijk van aard.

Basisfinanciering

Sinds het schooljaar 2019-2020 zijn de werkingsmiddelen van het kleuteronderwijs gelijk aan het huidige niveau van de werkingsmiddelen van het lager onderwijs. Die structurele maatregel is een belangrijke realisatie. 

De Vlor dringt erop aan om de werkingsmiddelen van zowel het gewone als het buitengewone basisonderwijs te verhogen. De historische achterstand groeit momenteel niet verder aan, maar blijft substantieel. De Vlor vraagt een inhaalbeweging via een herstel van de oorspronkelijke koopkracht en een consequente indexering van de werkingstoelagen in het basisonderwijs.

De leraar en het team

We vragen ook om leraren en schoolteams beter te ondersteunen. Zo pleit de Vlor voor een kinderverzorgster per 18,5 leerlingen jonger dan vier jaar. Ook is er dringend nood aan meer tijd voor leraren om te overleggen en bij te scholen. Daarom pleiten we voor twee bijkomende lestijden per 18,5 leerlingen en voor een uitbreiding van het aantal pedagogische studiedagen. 

Beleidskracht en schoolorganisatie

De Vlor spreekt zich positief uit over de eerste stappen die gezet zijn om in het basisonderwijs te zorgen voor een betere administratieve, pedagogische en beleidsondersteuning. Hij vraagt om hierop verder te bouwen en op termijn te evolueren naar een puntenenveloppe van drie punten per leerling.

Analoog aan het secundair onderwijs, pleit de Vlor in het gewoon basisonderwijs voor een directeur zonder lesopdracht vanaf 83 leerlingen.

Download hier het volledige advies (PDF, 594.72KB)