Basisonderwijs in een snel veranderende samenlevingNood aan houvast voor de toekomst
De Vlaamse Onderwijsraad roept de nieuwe Vlaamse Regering op tot een samenhangend toekomstplan voor het basisonderwijs zodat het kan inspelen op de maatschappelijke veranderingen en toegenomen onderwijsuitdagingen en de brede vorming van alle kinderen kan waarborgen. Dat vereist investeringen in basisfinanciering, ondersteuning van leraren en schoolteams en de versterking van de beleidskracht en schoolorganisatie. Dat vraagt ook een versterkte samenwerking met andere partners uit andere beleidsdomeinen in de bredere samenleving.
Maatschappelijke context en verschuivingen
De samenleving wordt steeds diverser, wat leidt tot een grotere verscheidenheid aan leerlingen. Ook sociale veranderingen - zoals meer eenoudergezinnen en nieuw samengestelde gezinnen, en de stijgende socio-emotionele en zorgnoden van leerlingen - beïnvloeden zowel de organisatie als het leerproces in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs. Dat leidt tot bijkomende verwachtingen en druk op schoolteams en hun kerntaken.
Daarnaast vormen structurele problemen, zoals een capaciteitstekort in het buitengewoon basisonderwijs en een nijpend lerarentekort mee een bedreiging voor het recht op kwaliteitsvol onderwijs voor alle kinderen.
Toegenomen onderwijsuitdagingen
Basisscholen ervaren al geruime tijd moeilijkheden om de vele taken binnen de brede basisvorming kwaliteitsvol op te nemen. Recente cijfers over het stijgend aantal leerlingen zonder getuigschrift basisonderwijs zijn daar een indicatie van. Deze vaststelling staat op gespannen voet met de ambitie van het basisonderwijs. Het lerarentekort, dat vooral scholen met de grootste maatschappelijke uitdagingen treft, vormt een grote bedreiging voor de onderwijskwaliteit. Er zijn basisscholen waar er slechts één of twee leraren met het juiste bekwaamheidsbewijs zijn. Het aantal kinderen dat doorverwezen wordt naar het buitengewoon basisonderwijs stijgt, ook bij kleuters. De vraag is in hoeverre dit het gevolg is van een overbelast gewoon basisonderwijs. Dit vraagt om gerichte en duurzame oplossingen, op drie sporen
Spoor 1: Basisfinanciering
Adequate en structurele financiering is essentieel. De werkingsmiddelen moeten verhoogd worden om de koopkracht van basisscholen te herstellen en te verbeteren. Eenmalige investeringen, zoals op vlak van digitalisering, moeten structureel verankerd worden in het werkingsbudget.
Spoor 2: De leraar en het team
Ondersteuning van leraren door professionalisering, meer tijd voor overleg, en verbetering van de leraar-leerling ratio. Specifieke aandacht is nodig voor jonge kinderen (2,5 tot 8 jaar) en voor meer diversiteit in lerarenteams, die een afspiegeling moeten zijn van de samenleving.
Spoor 3: beleidskracht en schoolorganisatie
Meer beleidsmatige, administratieve en pedagogische omkadering is nodig om reëel beleidsvoerend vermogen en sterk leiderschap mogelijk te maken. Analoog aan het secundair onderwijs, pleit de Vlor in het gewoon basisonderwijs voor een directeur zonder lesopdracht vanaf 83 leerlingen.
Samenwerking met andere beleidsdomeinen
Er wordt te vaak in de richting van onderwijs gekeken om de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke uitdagingen te dragen. Dat kan alleen als er flankerend beleid is in andere sectoren, met versterkte samenwerking en afstemming over beleidsdomeinen heen. Dit houdt structurele oplossingen in voor onder meer buitenschoolse opvang, middagpauzes en armoedebestrijding.
Langetermijnvisie op inclusie en rol buitengewoon (basis)onderwijs
Voor het onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften is een grondige denkoefening nodig zodat er een langetermijnvisie op inclusie en de rol van het buitengewoon (basis)onderwijs komt.