Kaders voor een nieuw decreet leerlingenbegeleiding
Op 28 januari 2016 formuleerde de Vlor een krijtlijnennota over een hervorming van de leerlingenbegeleiding. Daarin pleitte de raad ervoor om naast een decreet ook te werken aan een strategische planning met de verschillende actoren en partners. Die aanpak moet ruimte laten voor verschillende benaderingen en voor een inbedding van leerlingenbegeleiding in een lokale (school) context. Op vraag van minister Hilde Crevits werkt de Vlor nu een voorstel uit voor die strategische planning. Het advies geeft de minister een kader om een nieuw decreet op leerlingenbegeleiding uit te werken.
School en clb samen
De Vlor pleit voor een gemeenschappelijk denkkader voor de leerlingenbegeleiding, dat zowel geldt voor de scholen als voor de centra voor leerlingenbegeleiding (clb) en de pedagogische begeleidingsdiensten. Het nieuwe decreet moet dus vertrekken van een gemeenschappelijke definitie van leerlingenbegeleiding voor de school en het clb. Die gemeenschappelijke bril om naar leerlingenbegeleiding te kijken, is nu nog nergens vastgelegd.
Basisaanbod op elke school
De samenwerking tussen school en clb moet vorm moet krijgen in twee dimensies:
- een continuüm aan gradaties in de begeleiding van een leerling;
- op vier domeinen: de onderwijsloopbaan, de cognitieve ontwikkeling, de psychosociale ontwikkeling/psychosociaal functioneren en de fysieke ontwikkeling/groei en ontwikkeling. De Vlor-partners konden nog geen overeenstemming vinden over de definiëring van deze laatste twee domeinen. Dit is zeker nog een werkpunt voor de toekomst.
De school moet dat in samenspraak met het clb gericht invullen. Dat betekent concreet dat elke school voortaan op elk van de begeleidingsdomeinen een basisaanbod zal moeten garanderen, alsook een aanbod voor leerlingen voor wie dit basisaanbod niet volstaat. Zo probeert de Vlor een evenwicht te vinden tussen lokale autonomie en een gemeenschappelijk kader dat duidelijkheid geeft aan alle betrokkenen. De raad formuleert ook een aantal kwaliteitsgaranties waaraan dit beleid moet beantwoorden: gedragen door het schoolteam, participatief in overleg met de leerlingen, als integraal onderdeel van de beleidsplanning, onderbouwd met data en als onderdeel van een effectief communicatiebeleid.
Naar een betere leerlingenbegeleiding
Het nieuwe decreet leerlingenbegeleiding moet leiden tot een grotere duidelijkheid voor de lerende en zijn ouders, tot een betere afstemming tussen de interne leerlingenbegeleiding op school en die in het clb, tot meer onafhankelijkheid van het clb en tot een betere samenwerking tussen onderwijs en de welzijns- en arbeidsmarktpartners. De Vlor ziet hiervoor vier belangrijke voorwaarden: een herziening van het financieringsstelsel (zoals al aanbevolen in de audit), een kader om informatie te delen en een verdere professionalisering van alle betrokkenen en coherentie met andere lopende dossiers (BOS en ondersteuningsaanbod).