Dringende maatregelen voor het onthaal van vluchtelingen in onderwijs
Naar aanleiding van de actuele vluchtelingen- en opvangcrisis bracht de Vlor een spoedadvies uit over maatregelen die nodig zijn om als onderwijssector de verantwoordelijkheid op te nemen t.a.v. vluchtelingen, op korte maar ook op langere termijn.
Onderwijs is een mensenrecht, goed onthaalonderwijs een opdracht voor alle scholen
Voor de vluchtelingen die hier vandaag aankomen, is een goede start in het Vlaamse onderwijs cruciaal voor hun verdere schoolloopbaan én voor de integratie in onze samenleving. Ons Vlaams onderwijs heeft een lange en sterke traditie op het vlak van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers. Goed onthaalonderwijs is ingebed in een schoolcultuur waarin welbevinden, fysieke en mentale gezondheid, een veilig en verbindend schoolklimaat … cruciaal zijn.
Uitdagingen zijn ook kansen
De snel toenemende diversiteit van onze samenleving (talig, etnisch, cultureel, levensbeschouwelijk, ideologisch … ) schept uitdagingen én kansen. Bij leraren, begeleiders, ouders, leerlingen… leven veel vragen over hoe onderwijs best inspeelt op de diverse talige, culturele, sociale en religieuze achtergronden van leerlingen, cursisten en studenten. De actuele vluchtelingencrisis stelt hen voor een belangrijke maar complexe opdracht. Onze onderwijsinstellingen willen zich engageren, maar moeten kunnen rekenen op ondersteuning, expertise, de nodige capaciteit en een soepel regelgevend kader.
Extra maatregelen nodig op korte termijn
De Vlor vraagt dat de overheid voor deze uitzonderlijke omstandigheden ook uitzonderlijke maatregelen mogelijk maakt. Zo is er op relatief korte termijn nood aan ondersteuning en sensibilisering van scholen met extra informatie en vorming, stimuleren om samen te werken met andere onderwijsinstellingen en met gezondheids- en welzijnsorganisaties, …. Bovendien moet de aanwezige expertise duurzaam worden uitgebreid en versterkt en moet waar nodig extra personeel worden ingezet. Er moet ook werk gemaakt worden van de nodige capaciteit, spreiding over scholen en regio’s, een aanpassing van de regelgeving en de mogelijkheid tot afwijkingen (o.m. programmatieprocedures versnellen, snellere procedures voor de erkenning van buitenlandse diploma’s en van ‘elders verworven competenties’ (EVC) waardoor nieuwkomers vanuit onderwijs snel kunnen doorstromen naar de arbeidsmarkt).
Beleidsdomeinen moeten samenwerken
De Vlor vindt het positief dat er een interministerieel comité is opgericht en dat het Agentschap Integratie en Inburgering het beleid coördineert. Voor de onderwijssector verwacht de raad dat de onderwijsoverheid alle betrokken onderwijspartners goed zal informeren over en waar nodig en mogelijk betrekken bij verdere beleidsontwikkelingen.