De basiscompetenties van de lerarenAdvies over het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de basiscompetenties van de leraren
In zijn advies over de overdracht van de lerarenopleidingen toonde de Vlor zich tevreden over het behoud van de bepalingen voor het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar. Ze blijven decretaal verankerd en bij besluit vastgelegd door de Vlaamse Regering na advies van de Vlor. De raad vroeg daarbij ook om het beroepsprofiel niet te wijzigen en om de basiscompetenties te actualiseren en te versoberen, zonder ze grondig te hervormen.
Waarvoor dienen basiscompetenties?
Voor de Vlor zijn de basiscompetenties van de beginnende leraar een referentiekader voor de lerarenopleiding, maar moeten zij ook individueel aftoetsbaar zijn bij elke student die het diploma van de lerarenopleiding behaalt. De domeinspecifieke leerresultaten voor de lerarenopleidingen komen tot stand op basis van die basiscompetenties (10 functionele gehelen en attitudes), de Dublindescriptoren (over het niveau van de opleiding) en de specifieke onderwijscontext. De domeinspecifieke leerresultaten geven dan op hun beurt aanleiding tot het opleidingsprogramma. De Vlor stelt voor om hier een extra stap toe te voegen, namelijk een vertaling van de basiscompetenties naar de verschillende specifieke onderwijscontexten door het afnemend veld.
Eén versoberde set basiscompetenties
De Vlor gaat akkoord met het voorstel van de overheid om de drie bestaande sets basiscompetenties (kleuter, lager, secundair) te vereenvoudigen tot één set en om de concretisering per onderwijsniveau te schrappen. Een gedetailleerde formulering van de bestaande basiscompetenties houdt immers het risico in dat zij een soort van afvinklijst worden. Dat doet afbreuk aan de geïntegreerde benadering van de leraar-professional. Bovendien vergroot het risico dat zij door de maatschappelijke ontwikkelingen snel achterhaald raken en dat hun duurzaamheid in het gedrang komt.
Criteria
Volgens de Vlor moeten de basiscompetenties:
- herkenbaar zijn voor alle leraren;
- de startbekwaamheid van de leraren aangeven;
- daar waar nodig, de specifieke onderwijscontexten toch vermelden;
- haalbaar zijn voor de lerarenopleidingen;
- de lerenden voldoende centraal stellen;
- intern samenhangend zijn.
Op basis van deze criteria werkte de Vlor een aangepast voorstel uit voor de basiscompetenties van leraren.