Advies ter voorbereiding van de Bologna-opvolgingsconferentie van 28 en 29 april 2009 in Leuven en Louvain-la-Neuve
De tweejaarlijkse opvolgingsconferentie van het Bolognaproces vond dit jaar plaats in Leuven en Louvain-la-Neuve op 28 en 29 april 2009. De ministers verantwoordelijk voor hoger onderwijs van de 46 deelnemende landen maakten er een stand van zaken op en formuleerden toekomstige actiepunten voor de ontwikkeling van een Europese hogeronderwijsruimte. De Raad Hoger Onderwijs lijstte in dit advies ter voorbereiding van de conferentie, een aantal aandachtspunten op die minister Vandenbroucke kon meenemen in de besprekingen.
Het Bolognaproces heeft de afgelopen jaren ongetwijfeld bijgedragen tot een verbetering van de kwaliteit van het Europese hoger onderwijs. Het bracht in vele landen een dynamiek op gang die verdergezet en verdiept moet worden (met betrekking tot kwaliteitszorg, structuur van het hoger onderwijs, flexibiliteit). Via het versterken van vertrouwen en het verhogen van de vergelijkbaarheid, draagt het Bolognaproces bij tot een verhoogde mobiliteit en flexibiliteit. Het is belangrijk dit streven naar een democratische en kwaliteitsvolle Europese hogeronderwijsruimte verder te stimuleren. De open dialoog die op gang is gebracht, heeft ook de samenwerking met het sociale middenveld, de industrie en het werkveld versterkt.
Aandachtspunten voor het Bolognaproces:
- inhoudelijke aanpak opnieuw beklemtonen;
- de sociale dimensie versterken;
- het brede overlegmodel behouden;
- structureel overleg organiseren met niet-Bolognalanden;
- nieuwe Bolognalanden beter ondersteunen;
- datacollectie verbeteren;
- goede prioritering;
- adequate financiering;
- mobiliteit verbeteren;
- kwaliteitszorg nog verbeteren.
De raad zal in een volgend advies nog reageren op het communiqué van de ministers en aanbevelingen doen voor de implementatie in Vlaanderen.