Advies over studentenmobiliteit
De Vlor stelt de Vlaamse onderwijsminister voor om het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie aan te grijpen om aanbevelingen voor te stellen over studentenmobiliteit. In dit advies geeft hij hiervoor alvast enkele voorzetten:
Het mobiliteitsbeleid moet verankerd zijn in een doordacht internationaliseringsbeleid;
Overheid en instellingen moeten correcte informatie verstrekken aan studenten en hun ouders;
Gegevens over studentenmobiliteit moeten nauwkeurig en centraal verzameld worden;
Er is nood aan een adequate financiering. De Vlor denkt hierbij in de eerste plaats aan voldoende middelen voor de instellingen, maar ook voor het Europese kaderprogramma ‘Een leven lang leren'.
De Vlor pleit voor een mobiliteitsfonds dat compensaties voorziet voor studie- en leefkostverschillen en voor kosten die ontstaan uit onevenwichtige mobiliteitsstromen tussen landen die veel studenten ontvangen en landen die veel studenten uitsturen.
Studiefinanciering moet meeneembaar zijn;
Er is nood aan meer degressieve beurzen en bijkomende beurzen in het kader van instellingsakkoorden.
Het succes van studentenmobiliteit is sterk afhankelijk van een aantal sociale en academische randvoorwaarden.
Mobiliteit mag niet beperkt blijven tot de sociaal-ecomisch bevoorrechte of de excellente studenten. Kansengroepen moeten hierin extra ondersteund worden.
Download hier het volledige advies