Advies over het participatiedecreet
Omdat de Vlor zich zorgen blijft maken over enkele essentiële onderdelen van het ontwerp van het participatiedecreet, heeft hij er in de aanloop naar de bespreking in het parlement een tweede advies over uitgebracht.
Het tweede advies houdt rekening met aanpassingen in het ontwerpdecreet, met het advies van de Raad van State en met het decreet op de strategische adviesraden. De Vlor is een hevige voorstander van participatie, zowel op schoolniveau als op het centrale beleidsniveau. Een participatieve schoolcultuur is echter een groeiproces. De inspraakorganen die overheid oplegt moeten de school dus ruimte laten voor een eigen dynamiek en beleid.
Op schoolniveau
De Vlor vindt dat naast de directeur een vertegenwoordiging van de inrichtende macht moet deelnemen aan het overleg in de schoolraad in het gesubsidieerd onderwijs. Een meerderheid van de Algemene Raad meent dat de overheid geen regels hoeft op te leggen over aparte inspraakorganen van ouders, leerlingen en leerkrachten. De participatie van die groepen kan dan verlopen op een manier die past bij de schoolcultuur. Een minderheid in de Algemene Raad verkiest een kader dat de overheid oplegt omdat het de participatie garandeert. Iedereen wijst er wel op dat de participatiestructuren rekening moeten houden met de inspraakbehoeften van leerkrachten, ouders en leerlingen. Daarover bestaat recent onderzoek.De Vlaamse Onderwijsraad
De Vlor herhaalt dat hij als strategische adviesraad voor Onderwijs en Vorming alle bevoegdheden wenst uit te oefenen die het decreet op de strategische adviesraden aan zulke raden toekent. De bestaande adviesbevoegdheden over bijv. eindtermen en ontwikkelingsdoelen, programmaties, onderzoek, enz. zouden best opgesomd worden in het decreet.De Vlor is vragende partij om verder overleg te organiseren op initiatief van de onderwijsorganisaties en niet enkel in opdracht van de minister. Voor adviezen rekent de raad op een structurele samenwerking met de vertegenwoordigers van de overheid en aanvaardt hij dat ze enkel informeren. Maar bij het overleg is een volwaardige participatie vanwege de overheid onontbeerlijk. De raad wenst ook dat wetenschappers de werking van de raden verder kunnen ondersteunen.
De Vlor verkiest leden die door representatieve organisaties worden afgevaardigd. Zijn samenstelling moet garanderen dat ook minderheden een stem hebben in de Vlor.