Advies over het actieplan mobiliteit 2013 'Brains on the move'
Met het actieplan mobiliteit speelt minister Smet in op het Europese voornemen om tegen 2020 20 procent van de studenten te laten afstuderen met een buitenlandse studie-ervaring. De Vlor is tevreden omdat de overheid eindelijk werk maakt van een actieplan, maar vindt dat het te lang op zich heeft laten wachten. Hij is het eens met de meeste uitgangspunten, maar heeft vooral veel vragen bij de operationalisering.
Alleen creditmobiliteit
Het actieplan laat diplomamobiliteit buiten beschouwing omdat Vlaanderen hiervoor afhankelijk is van de registratie in andere landen. De Vlor vindt dat terecht, maar vraagt dat de Vlaamse overheid in het Bolognaproces zou blijven aandringen op een kader voor diplomamobiliteit.
De lat hoger?
Vlaanderen mikt hoger dan de door Europa vooropgestelde 20 procent: in 2020 moet 33 procent van alle Vlaamse afgestudeerden een buitenlandse studie- of stage-ervaring hebben. Werken met een hogere Vlaamse doelstelling is ambitieus en geeft aan dat Vlaanderen bij de koplopers in Europa wil blijven behoren. De Vlor steunt die ambitie. Hij heeft wel vragen bij de concrete operationalisering van deze norm. Anderzijds wil het actieplan de ondergrens om afgestudeerden mee te tellen in het Vlaamse streefcijfer verlagen van 15 naar 10 credits. Dat zal het percentage inderdaad verhogen, maar zorgt er tegelijk voor dat de Vlaamse cijfers maar ten dele vergelijkbaar zullen zijn met de Europese cijfers. Ook bij de operationalisering van deze doelstelling heeft de Vlor heel wat vragen.
Competenties
Het actieplan stelt voor om de competenties verworven via mobiliteit te valideren. De Vlor ziet daar meerwaarde van in, vooral als dat ook door de arbeidsmarkt gebeurt. Ook bij dat op het eerste gezicht logische principe vraagt de raad zich af hoe het zal worden geoperationaliseerd.
Kansengroepen
De Vlor is tevreden omdat het actieplan aandacht besteedt aan ondervertegenwoordigde groepen: ook zij moeten immers aan mobiliteit kunnen deelnemen. De raad is het echter niet eens met het voorstel om de benodigde extra middelen te zoeken in het AMF of in een voorafname op de middelen van studentenvoorzieningen.
Effect nieuwe taalregeling?
De Vlor vreest dat de nieuwe en complexe taalregeling voor het hoger onderwijs een hypotheek zal leggen op het het actieplan. Die taalregeling dreigt anderstalige opleidingen in Vlaanderen immers niet te verruimen, maar juist te beperken. Vlaanderen zal daardoor minder studenten aantrekken, wat het evenwicht in internationalisering bedreigt.