Advies over de discussienota onderwijs en vorming 2004-2009
Minister van Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke vroeg de Vlaamse Onderwijsraad om te reageren op zijn discussienota Onderwijs en Vorming 2004 – 2009 over de krijtlijnen van het onderwijsbeleid. Met de discussienota stimuleert de minister het debat als voorbereiding op zijn beleidsnota die rond de jaarwisseling klaar zal zijn.
Veel van de verwachtingen voor een toekomstig onderwijsbeleid die de Vlor voor de verkiezingen had uitgesproken, heeft de minister in zijn discussienota opgenomen. Bijvoorbeeld:
- onderwijs meer oriënteren in de richting van de ontwikkeling van competenties;
- leren aantrekkelijker/uitdagender maken;
- aandacht voor de grote nood op het vlak van schoolinfrastructuur;
- de professionaliteit van leraren versterken;
- een debat over de financiering van onderwijs.
De raad gaat dan ook grotendeels akkoord met de beleidslijnen die de discussienota naar voren schuift voor de volgende vijf jaar. Natuurlijk betekent dit niet dat de Vlor geen bedenkingen zal maken als de voorstellen concreet worden of als de beleidsnota bijvoorbeeld nieuwe accenten en beleidslijnen bevat. Maar het is nog te vroeg om te discussiëren over concrete doelen, middelen, uitvoering en randvoorwaarden. Over andere voorstellen wil de Vlor grondig de tijd nemen om een gedragen standpunt te bepalen. (bijv. ‘brede school' of een nieuw concept voor het tertiair onderwijs) De Vlor spreekt zich nu evenmin uit over de idee van “proeftuinen”. Hij waardeert de aandacht die de minister besteedt aan overleg met het middenveld.
De raad maakt nog enkele algemene bedenkingen.
- De Vlor vraagt een verankering en uitbreiding van het gelijkekansenbeleid voor het leerplichtonderwijs zodat de vernieuwingen uit de voorbije legislatuur zich kunnen bewijzen. Daarnaast zou er een gericht gelijkekansenbeleid moeten ontwikkeld worden in het hoger en het volwassenenonderwijs. In alledrie de sectoren gaat het niet alleen om toeleiding maar ook om ondersteuning van de leertrajecten.
- Als andere maatschappelijke sectoren beleidsmaatregelen voorstellen met een effect op onderwijs dan moet men rekening houden met de wetmatigheden van onderwijs en de financiële consequenties dragen. (bijv. de federale wet op het welzijn of Vlaamse initiatieven zoals de plannen voor topsport of eindtermen ondernemingszin.
- De discussienota bevat amper verwijzigen naar het kunstonderwijs.
- De Vlor vraagt om de mogelijke financiële effecten van beleidsmaatregelen voor onderwijsinstellingen, voor de gebruikers van onderwijs en voor de Vlaamse begroting preciezer in te schatten. Hij denkt dat meer beleidsklemtonen kosten zullen genereren dan de minister in zijn discussienota voorziet.
- De Vlor dringt er ten slotte op aan dat de sterke pleidooien voor levenslang en levensbreed leren ook vertaald worden in de keuzes die men in de begroting maakt.