Startdag 2019 - Spots op onderwijs: parallelsessies 2

Wetenschappers hanteren verschillende perspectieven om naar onderwijs te kijken en over onderwijs te spreken. De rijkdom van deze perspectieven willen we u tonen in de keuzesessies.

Drie basisvragen

In elke sessie beantwoorden twee onderzoekers volgende vragen:

• Hoe en vanuit welk perspectief kijkt u als onderzoeker naar onderwijs?
  Wat is goed onderwijs? Wat is de kernopdracht voor onderwijs?
• Hoe moet onderwijs omgaan met verschillen tussen leerlingen?
  Er zijn heel wat vlakken waarop leerlingen van elkaar verschillen: voorkennis, motivatie, thuissituatie, interesses, levensbeschouwing enzovoort. Hoe we moeten omgaan met deze verschillen is een vraagstuk dat zowel op de klasvloer als in onderwijsbeleid sterk leeft. Elke onderzoeker beantwoordt vanuit zijn visie een antwoord op deze vraag. Daarbij legt hij linken met (eigen) onderwijsonderzoek.
• Wat is de topprioriteit voor het onderwijsbeleid de komende jaren?

Deelnemers kunnen hun keuze voor een sessie laten inspireren door de bio van de sprekers en hun quote over ‘goed onderwijs’. Ook is bij elke sessie weergegeven op welk onderwijsaspecten binnen het thema ‘hoe omgaan met verschillen’ de sessie het meest zal inzoomen: leerinhoud, leeromgeving, onderwijsstructuur en organisatie, leraar, kwaliteitszorg.

Sessie 2.1. Wouter Duyck en Ilse Geerinck

Deze sessie zoomt voornamelijk in op: leraar, kwaliteitszorg, leerinhoud, structuur en organisatie.

Wouter Duyck is als professor cognitieve psychologie verbonden aan de Universiteit Gent, waar hij sedert 2009 opleidingsvoorzitter is. Zijn doctoraat (2004) ontving de driejaarlijkse Prix de Psychologie voor het beste proefschrift in de psychologie. Hij publiceerde een honderdtal wetenschappelijke artikels (over meertaligheid, cognitieve ontwikkeling, taalverwerving, dyslexie...), en ontwikkelt mee de Columbus oriënteringsproef voor het hoger onderwijs, in opdracht van de Vlaamse Regering.
Goed onderwijs heeft cognitieve ambitie, zodat plus est en vous niet langer een achterhaald credo uit vervlogen tijden lijkt.

Ilse Geerinck studeerde godsdienstwetenschappen aan de KU Leuven en was werkzaam als leraar rooms-katholieke godsdienst. In 2006 promoveerde ze op een onderzoek ‘Identiteit als toegevoegde waarde? Het kritische heden en verleden van het godsdienstonderwijs’ aan de Theologische Faculteit van Tilburg. Daarna was ze verbonden aan het Laboratorium voor Educatie en Samenleving (KU Leuven) waar ze werkte aan een doctoraatsonderzoek rond de figuur van de publieke leraar in de vorm van portretten (2011). Sinds 2013 is ze als onderzoeker en lerarenopleider verbonden aan UC Leuven Limburg.
Goed onderwijs is niet gericht op resultaten of leerwinsten – ‘goede punten’ – maar op het vormen van het vermogen tot aandacht.

Sessie 2.2. Goedroen Juchtmans en Ellen Vanderhoven

Deze sessie zoomt voornamelijk in op: leraar, leeromgeving.

Goedroen Juchtmans is doctor in de theologie en master in de vergelijkende cultuurwetenschappen. Ze gaf enkele jaren godsdienst en menswetenschappen in het secundair onderwijs in Brussel. Momenteel werkt ze bij het Hoger Instituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) aan de KU Leuven, waar ze onder begeleiding van prof. Ides Nicaise Europees onderzoek deed naar levensbeschouwelijke opvoeding in een levensbeschouwelijke diverse context. Daarnaast doet ze kwalitatief empirische studies en actieonderzoek naar gelijke onderwijskansen.
Goed onderwijs slaagt erin met alle leerlingen kwaliteitsvolle relaties uit te bouwen. Dit vereist sensitiviteit voor de maatschappelijke kwetsbaarheid van leerlingen die risico lopen op een schoolloopbaan met hindernissen.

Ellen Vanderhoven is docent in de lerarenopleiding secundair onderwijs van de Arteveldehogeschool. Sinds het behalen van haar doctoraat in de pedagogische wetenschappen in 2014 aan de Universiteit Gent, voert ze ontwerpgericht onderzoek uit over onderwijstechnologie en innovatieve leeromgevingen.
Goed onderwijs is leerlinggericht, bouwt actief kennis op en plaatst 21ste eeuwse vaardigheden van de leerlingen centraal, bij voorkeur ondersteund door een mediarijke leeromgeving.

Sessie 2.3. Wouter Smets/Katrien Struyven en Jan Vanhoof

Deze sessie zoomt voornamelijk in op: leraar, leeromgeving, kwaliteitszorg.

Wouter Smets is lerarenopleider en praktijkgericht onderzoeker aan de Karel de Grote Hogeschool. Voordien was hij leraar geschiedenis in het secundair onderwijs. De belangrijkste focus van zijn onderzoek ligt op binnenklasdifferentiatie.

Katrien Struyven is onderwijskundig pedagoog en als hoofddocent verbonden aan de Universiteit Hasselt en de Vrije Universiteit Brussel. Haar onderzoek focust zich op didactische thema’s zoals binnenklasdifferentiatie, activerende didactiek, peer assisted learning en brede vormen van evaluatie. Ze geeft pedagogisch-didactische vakken aan studenten in de educatieve masteropleiding en opleidingen Agogische Wetenschappen en Onderwijskunde.
Goed onderwijs vraagt om een ethisch kompas van een school en een leraar. Het is niet zonder meer in te vullen vanuit de wetenschappen en kan niet exclusief gebaseerd zijn op direct aantoonbare leerresultaten.

Jan Vanhoof is als hoofddocent verbonden aan het Departement voor Onderwijs- en Opleidingswetenschappen (Faculteit Sociale Wetenschappen) van de Universiteit Antwerpen. Momenteel is Jan Vanhoof actief binnen de onderzoeksgroep Edubron.
Goed onderwijs betekent dat de school én de leraar op een gepaste manier gedeelde verwachtingen realiseren. Doelrealisatie dus.

Sessie 2.4. Elke Struyf en Wim Van den Broeck

Deze sessie zoomt voornamelijk in op: structuur en organisatie, leraar, leeromgeving.

Elke Struyf is als gewoon hoogleraar onderwijswetenschappen verbonden aan de Antwerp School of Education (AsoE) en de onderzoeksgroep EduBROn van de Faculteit Sociale Wetenschappen, aan de Universiteit Antwerpen.
Goed onderwijs houdt rekening met de diverse onderwijsbehoeften van leerlingen en past de leeromgeving hierop aan zodat alle leerlingen maximale leer- en ontwikkelingskansen krijgen.

Wim Van den Broeck is universiteitsprofessor aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij doceert er de vakken Ontwikkelingspsychologie, Onderwijspsychologie, Leerstoornissen en Theoretische en historische grondslagen van de psychologie. Hij doet onderzoek naar leesontwikkeling en dyslexie, inclusief onderwijs, en andere onderwijspsychologische thema’s. Hij is sterk geïnteresseerd in onderzoeksmethoden.
Goed onderwijs is altijd deels algemeen vormend en daardoor ook gemeenschapsvormend. Het reduceert onderwijs niet tot leren en vertrekt ook niet van individuele talenten of leerbehoeften, maar draagt essentieel bij tot persoonsvorming.