Op zoek naar dwarsverbanden
Een geruststellende boodschap
Er zijn veel inhoudelijke overlappingen tussen de verschillende thema’s die voortkomen uit maatschappelijke uitdagingen. Daarnaast zijn er tal van competenties die voor verschillende maatschappelijke thema’s relevant zijn. En er zijn ook overlappingen in de methodieken die gebruikt worden om aan die thema’s te werken. Zo is het voor alle maatschappelijke thema’s belangrijk dat leerlingen kritisch naar informatiebronnen leren kijken. Het is in al deze gevallen belangrijk dat leerkrachten een groepsgesprek kunnen leiden, zodat leerlingen naar elkaars mening kunnen luisteren en van mekaar kunnen leren. Een andere belangrijke randvoorwaarde heeft te maken met aandacht voor het welbevinden van de leerlingen.
Uiteindelijk hebben al deze thema’s een gemeenschappelijke basis: het gaat telkens om uitdagingen en kansen die voortkomen uit het feit dat onderwijs deel uitmaakt van de samenleving, met alle mogelijkheden en complexe uitdagingen die erbij horen. Bepaalde thema’s vereisen uiteraard een specifieke aanpak, maar er kan alvast veel tijdswinst geboekt worden door inhouden, competenties en methodieken die al gehanteerd worden, maximaal in te zetten voor de aanpak van een ander thema.
Een dynamiek van inzoomen en uitzoomen
We willen aantonen, aan de hand van concrete voorbeelden, dat de vele en diverse maatschappelijke uitdagingen niet afschrikwekkend maar haalbaar zijn. Scholen moeten ze niet ‘stapelen’ bovenop het gewone curriculum, dat soms al als overladen wordt ervaren. Een school kan inzoomen op een welbepaalde maatschappelijke uitdaging, passend bij haar context, bij haar noden, en tegelijk uitzoomen om het bredere plaatje en de verbindingen met andere maatschappelijke uitdagingen te zien. Tegelijk kunnen verbindingen gelegd worden tussen één of meerdere maatschappelijke uitdagingen en een 'traditioneel' vak: tussen wetenschappen en klimaat en burgerschapsvorming; tussen geschiedenis en cultuureducatie en herinneringseducatie; tussen aardrijkskunde en de vluchtelingenproblematiek.
Het kan voor een school zinvol zijn om in te zetten op een bepaald maatschappelijk thema. Maar het is zo verrijkend om te zoeken naar verbindingen of dwarsverbanden tussen maatschappelijke thema’s zonder daarbij thematische verdieping uit het oog te verliezen. Educaties zijn immers geen geïsoleerde gehelen, want tussen de verschillende educaties bestaan tal van verbanden. Zo gaat bijvoorbeeld natuur- en milieueducatie over de natuur, maar natuur is ook een van de drie pijlers van educatie voor duurzame ontwikkeling, en is van belang voor het bewaken van de eigen gezondheid. Erfgoededucatie gaat over sporen van vroeger, maar ook bij herinneringseducatie staat het verleden centraal [1].
[1] uit het artikel Zin in educaties! Van Els De Smet, School+Visie, juni 2016
Geen 'bijkomende' opdrachten voor de school
Scholen kunnen vanuit hun eigen opvoedingsproject, de eigen context of actuele noden een aanbod op maat samenstellen waarbij ook aandacht uitgaat naar maatschappelijke thema’s. Maatschappelijke uitdagingen impliceren dus geen nieuwe opdrachten voor de school, want ze worden ingebed in al wat de school doet. Zowel zelf ontwikkelde activiteiten en leermiddelen als educatieve pakketten en ander ondersteunend materiaal van externe aanbieders kunnen daarvoor gebruikt worden.
Uit het raamadvies educaties (2009)
De Vlor beschouwt educaties niet zozeer als activiteiten die scholen ‘naast’ of ‘bovenop’ de eindtermen en ontwikkelingsdoelen en hun leerplan realiseren. Vanuit een dynamisch, geïntegreerd en structureel perspectief is het wenselijk om educaties op schoolniveau in te bedden in een samenhangend geheel van ontwikkelingsdoelen, eindtermen, leerplannen, schoolwerkplan. Vanuit dit perspectief vindt de raad het ook belangrijk dat scholen het werken aan educaties afstemmen op hun algemeen intern kwaliteitszorgproces. Educaties kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van een schooleigen kwaliteitsconcept. Een debat over de plaats van educaties in het curriculum en over de geschikte methodische aanpak daarvan, zwengelt de discussie over het eigen pedagogisch project aan.
Door als school bewust op zoek te gaan naar die dwarsverbanden, kunnen ‘nieuwe’ educaties geïntegreerd worden met minimale inspanningen. Educaties spreken elkaar niet tegen, ze overlappen en versterken elkaar.
Geen hoge drempel
De instap om geïntegreerd aan verschillende maatschappelijke thema’s te werken kan gerust laagdrempelig zijn. Een specifiek thema als ‘water’ kan zo een verbindende aanleiding zijn om tegelijk te werken aan gezondheidsbevordering, duurzaamheid, vluchtelingenproblematiek, wereldburgerschap, … en dat te combineren met een focus op vakspecifieke inhouden (chemie, aardrijkskunde…). De knabbel- en drankpauze in de kleuterklas laat toe om heel laagdrempelig en als het ware vanzelf in te zetten op gezondheidseducatie, natuur- en milieueducatie[1]. Een school kan dus bewust kiezen voor een kleine actie, of bekijken wat ze nu al doet, en daar andere laagdrempelige acties aan koppelen. Om dat vorm te geven, heeft de school aandacht voor belangrijke aspecten als participatie of welbevinden.
Het is bovendien niet mogelijk, noch wenselijk, om aan alle maatschappelijke uitdagingen tegelijk tegemoet te komen. Uiteraard is het belangrijk steeds de eindtermen en ontwikkelingsdoelen als minimumdoelen voor ogen te houden. Maar wanneer je als leerkracht of als schoolteam de druk voelt om bij alles wat op school gebeurt linken te leggen met een veelheid van uitdagingen, wordt het te complex en te kunstmatig. Bij het geïntegreerd werken komt het erop aan een spontaan evenwicht te vinden tussen een concrete focus en de bredere samenhang.
[1] uit het artikel Zin in educaties! Van Els De Smet, School+Visie, juni 2016