Duaal leren in het volwassenenonderwijs
De Vlor beschouwt het uitbouwen van duaal leren als een opportuniteit voor levenslang leren in het Vlaanderen in het volwassenenonderwijs. Het is een manier om de lage participatie van volwassenenonderwijs aan opleiding en vorming te verhogen.
Een belangrijk gedeelte van het doelpubliek van de cvo zijn volwassen cursisten die reeds actief zijn op de arbeidsmarkt of toegang tot de arbeidsmarkt zoeken. Trajecten duaal leren kunnen nieuwe mogelijkheden bieden en motiveren tot participatie aan opleiding en vorming. Daarnaast kan duaal leren ook de verdere samenwerking tussen cvo en organisaties/bedrijven stimuleren.
Duaal leren in het volwassenenonderwijs is een leerweg naast andere mogelijke leerwegen, evenwaardig aan het traditionele traject dat zich hoofdzakelijk in het centrum afspeelt.
Duaal leren in het volwassenenonderwijs is, net zoals in het secundair onderwijs, een traject dat bestaat uit een sterke component werkplekleren in een authentieke werksituatie en een component die de lerende verwerft in een onderwijsinstelling.
Duaal leren houdt een perspectiefwissel in. Er moet een nieuwe visie op leren ontwikkeld worden, waarbij niet enkel de verhouding tussen het aandeel werkplekleren en het aandeel contactonderwijs (en/of afstandsonderwijs) van belang is maar het leren zelf vanuit een ander perspectief wordt benaderd. Duaal leren vertrekt van de competenties van een opleiding die via werkplekleren kunnen aangeboden worden, vervolgens wordt nagegaan welke competenties nog moeten aangereikt worden door de opleidingsverstrekker. De precieze invulling van een opleiding duaal leren in het volwassenenonderwijs kan verschillen van centrum tot centrum en zelfs van opleiding tot opleiding binnen één centrum.
Trajecten duaal leren kunnen heel wat kansen bieden aan cursisten in het volwassenenonderwijs. Deze opleidingen kunnen gevolgd worden om door te groeien binnen de eigen organisatie of het eigen bedrijf. Opleidingen met een belangrijke component werkplekleren zijn vaak gericht op knelpunt beroepen en bieden dus een verhoogde kans op tewerkstelling. De Vlor onderstreept dat deze vorm van leren niet beperkt mag worden tot een bepaald segment van het doelpubliek van het volwassenenonderwijs, met name cursisten met een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt. Ook cursisten die bij aanvang een grotere afstand hebben moeten toegang krijgen tot dit aanbod.
De Vlor onderstreept hierbij het belang van een voldoende brede invulling van duaal leren in het volwassenenonderwijs: voldoende omvangrijke component algemene vorming, zeker in het kader tweedekansonderwijs, voldoende transferwaarde van de opleidingen naar andere werkcontexten (vermijden van bedrijfsspecifieke opleidingen) en vermijden van groenpluk.
De opdracht van het volwassenenonderwijs is breed, met aandacht voor kansengroepen. Duaal leren vraagt voor deze doelgroepen intensieve ondersteuning en begeleiding. Duaal leren moet voor deze kansengroepen ook voldoende geïntegreerd worden opgevat: integratie van geletterdheidsvaardigheden, basisvaardigheden, Nederlands tweede taal via werkplekleren.
Het organiseren van trajecten duaal leren vraagt heel wat vertrouwen tussen de opleidingsvertrekkers en de bedrijven en organisaties. Alle betrokken partners moeten beschikken over de nodige draagkracht en expertise voor het aanleren en evalueren van competenties en het ondersteunen van cursisten.
Er moeten voldoende werkplekken beschikbaar zijn, hierbij vraagt de Vlor naar een ruime waaier aan opleidingen die via duaal leren aangeboden worden en die voldoende breed worden ingevuld.
De Vlor benadrukt ook dat de cvo over een voldoende aangepast regelgevend kader moeten kunnen beschikken om samenwerking met arbeidsmarktactoren op een flexibele en professionele manier te realiseren. Daarnaast moet onderzocht worden op welke manier de huidige opleidingsprofielen en structuurschema’s aangepast kunnen worden naar deze nieuwe context van leren.
Voor een verdere uitbouw van duaal leren in het volwassenenonderwijs is er nood aan overleg met alle betrokken publieke en private actoren. De Vlor is bereid om daarin een rol op te nemen.