Advies ten gronde over certificaatsupplementen
De certificaatsupplementen zijn een onderdeel van Europass. Europass wil de Europese mobiliteit met betrekking tot opleidingen en jobs verhogen door de transparantie van kwalificaties en competenties te verhogen. Hiervoor werd een portfolio uitgewerkt met daarin vijf documenten: Europass CV, Europass talenpaspoort, Europass mobiliteit, Europass certificaatsupplement en Europass diplomasupplement.
Het certificaatsupplement is een document dat aan een studiebewijs wordt toegevoegd om te verduidelijken wat het studiebewijs inhoudt. De Vlaamse overheid bereidt de implementatie van de certificaatsupplementen voor en vraagt aan de Vlaamse Onderwijsraad een advies over vier elementen:
- Gaat de Vlor akkoord met het principe van het certificaatsupplement en de doelstellingen ervan?
- Gaat de Vlor ermee akkoord dat in afwachting van erkende kwalificaties in de Vlaamse kwalificatiestructuur, de opleidingsprofielen van het volwassenenonderwijs gebruikt worden als basis voor de certificaatsupplementen voor het voltijds, deeltijds en buitengewoon secundair onderwijs?
- Is het wenselijk dat de onderwijsinstellingen zelf een aantal competenties kunnen toevoegen aan het certificaatsupplement?
- De Vlaamse overheid heeft 80 ontwerpcertificaatsupplementen ontwikkeld waarvoor zij aan de Vlor een advies vraagt. De opleidingsprofielen van het volwassenenonderwijs van de studiegebieden Voeding en Mechanica-elektriciteit vormden de basis voor deze ontwerpen.
De Vlor is voorstander van de invoering van de certificaatsupplementen. Hij ziet hierin een belangrijk instrument om de Europese mobiliteit te stimuleren, maar ook om in Vlaanderen helder te communiceren over de kwalificaties.
Implementatie van de certificaatsupplementen op korte termijn is volgens de Vlor echter problematisch omwille van meerdere redenen:
- Zolang de Vlaamse kwalificatiestructuur niet gerealiseerd is, is het moeilijk certificaatsupplementen te implementeren:
- De inhouden van de opleidingen zullen in de toekomst sterk samenhangen met de erkende beroepskwalificaties. Bij gebrek aan specifieke eindtermen is het niet eenvoudig om de gemeenschappelijke inhouden van de opleidingen te formuleren.
- Het niveau dat wordt toegekend aan de opleidingen kan afgeleid worden uit de kwalificatiestructuur. Een overgangssituatie waarin ISCED-niveaus worden toegekend is niet wenselijk omdat dit voor de gebruikers niet transparant is.
- De toegang tot de beroepen kan in de toekomst eveneens afgeleid worden uit de kwalificatiestructuur.
- De inhoud van de certificaatsupplementen moet op voorhand duidelijk afgetoetst worden met de betrokkenen:
- de onderwijs- en opleidingsverstrekkers voor de inhouden van het studiebewijs;
- de sociale partners voor de toegang tot beroepen waarvoor een studiebewijs toegang geeft.
Bijkomende bezorgdheden
- Om de brede vorming van de onderwijsopleidingen niet uit het oog te verliezen is het belangrijk de certificaatsupplementen steeds te kaderen in het bredere Europass-portfolio, aangevuld met een individueel portfolio.
- De certificaatsupplementen dienen niet voor de profilering van scholen. De eerste doelstelling is transparantie met betrekking tot de onderwijskwalificatie om mobiliteit te bevorderen.
- Er is nood aan een uniforme aanpak tussen de verschillende actoren die certificaatsupplementen ontwikkelen: departement Onderwijs en Vorming, departement WSE en VDAB.
Omdat de Vlor achter de principes staat van de certificaatsupplementen, wil hij wel verder meewerken aan de voorbereiding ervan. Hij stelt daarom voor om een beperkt aantal ontwerpcertificaatsupplementen voor het volwassenenonderwijs te screenen om zo verdere knelpunten te identificeren en oplossingen aan te reiken.