Advies over ontwerp van bekrachtigingsdecreet en van uitvoeringsbesluit integrale jeugdhulp
De Vlor bracht op 18 september 2001 advies uit over het ontwerpdecreet over de integrale jeugdhulp. Daarmee voert de overheid in enkele pilootregio's een experiment met integrale jeugdhulp in. Het experiment kan afwijken van bepaalde regels uit andere decreten, maar dan moet het parlement de uitvoeringsbesluiten bij decreet bekrachtigen. De Vlor toetst de uitvoeringsbesluiten in dit advies aan de krachtlijnen van zijn vorige advies uit 2001.
De Vlor steunt het idee van een continuüm integrale jeugdhulp. Dat veronderstelt dat de hulp uit de verschillende sectoren en de registratie op elkaar afgestemd worden. De Vlor vindt dat goed, maar is tegelijk bezorgd omdat de CLB's misschien hun eigen, onderwijsgerichte diagnosemethode te veel zullen richten op de aanpak van de integrale jeugdzorg.
Via de leerlingenbegeleiding heeft de school een belangrijke preventieve taak en signaalfunctie. Zonder bijkomende middelen moeten scholen zich daartoe beperken. De Vlor vraagt om tijdens het experiment alert te controleren of de selectievere toewijzing van onrechtstreeks toegankelijke hulpverlening, niet te veel hulpvragen zal kanaliseren naar de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening, zoals de CLB's. OP die manier kunnen andere opdrachten van de CLB's in het gedrang komen. Scholen vrezen ook dat nog meer jongeren met ernstige problemen niet terecht kunnen in de jeugdhulp. In de pilootregio's moeten scholen en centra daarover permanent overleggen.
Ten slotte wil de Vlor niet dat de CLB's in de pilootregio's inkomsten verliezen voor taken die ze blijven uitvoeren, of extra taken moeten opnemen zonder bijkomende middelen.