Advies over mogelijke referentiekaders voor opleidingen van het volwassenenonderwijs
De Raad Levenslang en Levensbreed Leven heeft op eigen initiatief geadviseerd welke referentiekaders relevant kunnen zijn voor het volwassenenonderwijs. Valabele referentiekaders kunnen er mee voor zorgen dat de opleidingen aansluiten bij algemene maatschappelijke tendensen en bij de profielen die de arbeidsmarkt nodig heeft, en dat ze voldoende generieke kwaliteitswaarborgen bevatten.
De raad onderscheidt generieke en specifieke referentiekaders.
- De generieke zijn brede referentiekaders zoals het European Qualifications Framework (EQF), het Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor de talen, algemene ondernemerscompetenties, sleutelvaardigheden, enz.
- De specifieke referentiekaders zijn meer opleidingsgebonden. De raad ordent de specifieke referentiekaders ‘trapsgewijs'.
Hiërarchie
- De eindtermen, specifieke eindtermen en ontwikkelingsdoelen zullen ook in het volwassenenonderwijs altijd bovenaan staan (trap 1).
- Als er (nog) geen specifieke eindtermen zijn goedgekeurd, vindt de raad dat de SERV-profielen en -standaarden de belangrijkste referentiekaders zijn (trap 2), samen met eventuele externe federale, Vlaamse of internationale regelgeving (trap 2bis).
- Zijn er (nog) geen SERV-profielen beschikbaar, dan kan men functieprofielen gebruiken van de sectoren en eventueel ander bestaand materiaal zoals de COBRA-fiches van de VDAB (trap 3). Die moeten dan wel getoetst worden aan de verwachtingen van de sectoren.
- In laatste instantie kunnen studie- of competentieprofielen (bijvoorbeeld van hogescholen of associaties) een relevant referentiekader vormen (trap 4).
De raad hoopt van de minister te vernemen of hij die benadering onderschrijft, zodat hij ze voortaan als leidraad kan hanteren om voorstellen voor opleidingsprofielen te beoordelen.