Advies over het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van de strategische adviesraden
De Vlaamse Regering wil het decreet op de strategische adviesraden van 18 juli 2003 op enkele punten aanpassen. Sommige wijzigingen kunnen onrechtstreeks gevolgen hebben voor de Vlaamse Onderwijsraad als het participatiedecreet ze overneemt.
De Vlor vraagt dan ook dat bevoegdheden die andere strategische adviesraden hebben, ook aan hem worden toegekend.
- Omdat de omschrijving “uitvoeringsbesluiten van strategisch belang” te veel ruimte voor discussie laat, zal de regering zelf bepalen welke uitvoeringsbesluiten dat etiket krijgen en dus het advies van een strategische adviesraad vereisen. De Vlor vindt dat hij zich, net als zijn collega-adviesraden, moet kunnen uitspreken over uitvoeringsbesluiten van strategisch belang. Het participatiedecreet geeft de Vlor die bevoegdheid nu niet.
- In lijn daarmee zal de regering ook bepalen over welke belangrijke samenwerkingsakkoorden ze advies vraagt. De Vlor vraagt om die aanpassing over te nemen in het participatiedecreet.
- Omdat de term “samenwerkingsakkoord” geen betekenis heeft in het internationaal recht, wordt de adviesbevoegdheid daarover anders geformuleerd in het decreet. De Vlor vraagt die nieuwe omschrijving over te nemen in het participatiedecreet. Hij wenst in de toekomst zeker advies uit te brengen over internationale ontwikkelingen aangezien die veel invloed hebben op het Vlaamse onderwijsbeleid.
Voor verplichte adviesvragen is de Vlor er niet tegen dat de regering vastlegt welke strategische adviesraad zich uitspreekt over welk(e) beleidsdomein(en). Maar hij vindt het wel belangrijk dat hij op eigen initiatief advies kan blijven uitbrengen over transversaal onderwijsbeleid, als thema's uit aangrenzende beleidsdomeinen (bijv. Werk, Welzijn, Inburgering) relevant zijn voor onderwijs en vorming.
De regering kan volgens het huidige decreet op de strategische adviesraden enkel afwijken van een advies als ze motiveert waarom. Ze wil dit afzwakken tot het geven van duiding en toelichting over de genomen beslissingen. De Vlor verzet zich daar niet tegen als de overheid openlijk informeert over haar motieven en overwegingen om van een advies af te wijken.
Tenslotte vindt de Vlor het belangrijk dat er een duidelijke samenwerking kan groeien tussen de beleidsraad van het ministerie van Onderwijs en Vorming en de strategische adviesraad.