Advies over het diversiteitsbeleid in het hoger onderwijs
De Vlor is van mening dat de samenstelling van de studentenpopulatie in het Vlaamse hoger onderwijs een weerspiegeling moet zijn van de maatschappij. Ondanks de inspanningen van overheid en instellingen van de laatste jaren, is dat vandaag nog niet het geval. Nochtans is het een maatschappelijke noodzaak om constructief te kunnen omgaan met de superdiversiteit van de moderne samenleving. Bovendien moet het hoger onderwijs, met het oog op de realisatie van de kennismaatschappij, meer hogeropgeleiden afleveren. De Vlor vindt daarom de instroom, doorstroom en uitstroom van kansengroepen in het hoger onderwijs een bijzonder belangrijk thema.
Emanciperende rol
Een hogeronderwijsdiploma geeft de beste kansen op de arbeidsmarkt. Bovendien biedt het de hoogste maatschappelijke return. Wie een hogere opleiding geniet, ontwikkelt gemiddeld een betere en gezondere levensstijl en moet dus minder een beroep doen op gezondheidszorgen. De democratisering van het hoger onderwijs moet dan ook vandaag, in tijden van crisis, hoog op de beleidsagenda blijven staan. Een groot deel van de inspanningen moet focussen op het overtuigen van sociaal zwakkeren (leerlingen en hun ouders) om hoger onderwijs aan te vatten en hen hiervoor te stimuleren, al vanaf het basis- en het secundair onderwijs.
Wat moet de overheid doen?
De Vlor vindt het niet enkel belangrijk dat meer studenten uit kansengroepen naar het hoger onderwijs geleid worden, maar ook dat hun studierendement verbetert. In-, door- en uit te stromen in het hoger onderwijs moet daarom een Vlaamse beleidsprioriteit blijven. Daarnaast moet een adequate financiering van het gelijke onderwijskansenbeleid voorzien worden. Monitoring van de participatie van kansengroepen en de effecten van het beleid is voor de Vlor ook een noodzaak.
Wat moeten de instellingen doen?
Een geïntegreerd diversiteitsbeleid in de instellingen hoger onderwijs vertrekt van een visie op diversiteit en de overtuiging dat diversiteit belangrijk is en op alle niveaus van de organisatie als een prioriteit behandeld wordt. Een open en warme instellingscultuur trekt studenten uit alle groepen van de bevolking aan en ondersteunt het diversiteitsbeleid.
De Vlor formuleert ook nog andere kritische succesfactoren: een adequate financiering, begeleiding en communicatie. Daarnaast is het inzetten op verbinding en samenwerking onontbeerlijk.