Advies over de titel van beroepsbekwaamheid
Minister van Tewerkstelling Renaat Landuyt heeft een ontwerpdecreet klaar dat een eerste EVC-systeem moet uitwerken. Mensen die alles kunnen wat nodig is om een bepaald beroep uit te oefenen, kunnen daarmee een ‘titel van beroepsbekwaamheid' verkrijgen.
De raad meent dat dit decreet grote impact zal hebben voor het onderwijs. De Vlor is niet tegen, maar dringt wel aan op een doorzichtig systeem. Eigenlijk komt er best in één beweging een systeem dat de relaties duidelijk maakt tussen alle titels, certificaten en studiebewijzen van onderwijsinstellingen, EVC-procedures en andere opleidingsverstrekkers (bijv. VDAB, SYNTRA). Op die manier weet iedereen wat een bepaalde titel of studiebewijs waard is. De titel van beroepsbekwaamheid hoeft niet minder, maar mag ook niet meer waard zijn dan een studiebewijs uit het onderwijs. In elk geval zit de beroepsbekwaamheid van een leerling in het leerplichtonderwijs al vervat in zijn studiebewijs.
Standaarden
De erkenning van de competenties zal gebeuren op basis van ‘standaarden', afgeleid uit de beroepsprofielen die de SERV ontwikkelt. Volgens de Vlor zal het onderwijs die standaarden moeten integreren in zijn onderwijsprogramma's, wil het vermijden dat studiebewijzen minder waard zijn dan de beroepstitel. Maar onderwijsprogramma's moeten meer omvatten dan beroepsgerichte competenties: jongeren moeten in de samenleving verschillende taken kunnen opnemen en kunnen evolueren in hun beroepsleven. Daarom vindt de Vlor dat men nog eens goed moet nadenken over de verhouding tussen de ‘standaarden' voor het beroep en de eindtermen en onderwijsprogramma's. Omdat het onderwijs ook een algemeen vormend leerpakket heeft, vreest de Vlor dat sommige leerlingen misschien minder gemotiveerd zullen zijn als ze via de ‘titel van beroepsbekwaamheid' een kortere weg kunnen kiezen. Daarom wil de Vlor dat de titel enkel bestemd is voor niet-leerplichtigen. Om dezelfde reden vreest ook het volwassenenonderwijs dat het cursisten kan verliezen voor zijn analoog aanbod.
Overleg
De Vlor vindt het een slechte zaak dat de minister van Tewerkstelling en de sociale partners dit decreet uitwerken zonder het onderwijs actief te betrekken. Aangezien het gaat over een van zijn kernopdrachten, moet het onderwijs in deze discussie zijn stem laten horen. Het ontwerpen van een goed EVC-stelsel zou een gemeenschappelijk project moeten zijn van de sectoren onderwijs, tewerkstelling en cultuur. De Vlor ziet voor onderwijsinstellingen een rol weggelegd in de (h)erkenning van elders verworven competenties.