Advies over de overdracht van de lerarenopleiding
Vlak voor het zomerreces keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet betreffende de uitbouw van de graduaatsopleidingen en de overdrachtsmaatregelen voor de lerarenopleiding principieel goed. Op 28 september 2017 bracht de Vlor zijn advies uit over de uitbouw van graduaatsopleidingen.
In dit advies bundelt de Vlor zijn opmerkingen over het deel dat de overdracht regelt van de specifieke lerarenopleidingen van de centra voor volwassenenonderwijs (cvo) naar de universiteiten en de hogescholen. De raad adviseert daarbij ook een aantal amendementen i.v.m. het dossier versterking lerarenopleidingen die principieel werden goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 22 september 2017.
Download hier het volledige advies
Meer en betere instroom?
De invoering van de instapproef en de educatieve masters kunnen een positief effect hebben op de kwalitatieve en kwantitatieve verhoging van de instroom in de lerarenopleiding. Maar het is net zo goed mogelijk dat studenten worden afgeschrikt door de instapproef, het verhoogde inschrijvingsgeld en de onduidelijkheid die vandaag nog heerst over de studieduur en de inhoud van de opleidingen. De Vlor geeft de overheid het vertrouwen om met deze hervorming verder te gaan. Maar omdat de reële impact ervan op het keuzegedrag van studenten moeilijk is in te schatten dringt de raad aan op een goede monitoring en evaluatie en op een tijdige bijsturing indien nodig.Praktijkcomponent
De Vlor is tevreden dat de praktijkcomponent van de voormalige specifieke lerarenopleidingen behouden blijft. Samen met de flexibele trajecten voor zij-instromers is dat immers een belangrijke garantie voor de instroom in de lerarenopleiding vanuit die specifieke doelgroep. De raad is echter van mening dat de LIO-banen (waarbij studenten de praktijkcomponent verwerven als ‘Leraar- In-Opleiding’) enkel voor de verkorte trajecten mogelijk moeten zijn. Bovendien ziet de raad een aantal voorwaarden:- duidelijke afspraken over de instapvereisten;
- voldoende reflectie en analyse en voldoende pedagogische vorming en kwalitatieve begeleiding in het traject;
- een transparante verdeling van de verantwoordelijkheden van de lerarenopleiding en de school met voldoende middelen en omkadering voor de integratie van LIO-baners in de school.