Advies over de operationalisering van het begrip 'leerlingenpopulatie'
Op 15 november 2018 vroeg minister van onderwijs Hilde Crevits de Vlor om bijkomend advies over het gebruik en operationalisering van het begrip leerlingenpopulatie in de nieuwe eindtermen.
De Vlor sprak zich eerder uit over dit thema in het advies over de nieuwe eindtermen voor de eerste graad van het secundair onderwijs. De Vlor herhaalt nog eens zijn vraag om in een vroeg stadium te kunnen adviseren over de uitgangspunten.
De term “leerlingenpopulatie” duikt op in meerdere discussies over eindtermen en over leerprestaties van lerenden. De Vlor pleit ervoor om termen niet dooreen te halen. In het debat over de ontwikkeling van eindtermen gaat het om de hele Vlaamse leerlingenpopulatie.
Een tweede vraag is of er een haalbaarheidstoets onder de vorm van een percentage gekoppeld wordt aan het gebruik van de term. De Vlor vindt dat niet wijs omdat dit kan leiden tot een verlaging van de pedagogische ambitie in scholen, klassen of ten opzichte van sommige leerlingen. De missie van onderwijs is om alle lerenden een brede vorming mee te geven. De opdracht van het basisonderwijs, 1ste graad secundair onderwijs en de 2de en de 3de graad secundair is ook anders. Om te oordelen over de kwaliteit van een individuele school of de leerprestaties van leerlingen zijn er andere instrumenten dan de eindtermen.
De Vlor pleit voor een stevige structurele procedure om kwaliteit van eindtermen te bewaken op systeemniveau. Op grond van de resultaten van de peilingen moet een analyse en overlegproces starten met alle betrokken stakeholders over de factoren die de peiling mee bepalen: de kwaliteit van de eindtermen, de curriculumdesign, de implementatie, verklarende factoren binnen en buiten het onderwijs.