Advies over de eindtekst "Competentieagenda"

In samenwerking met de economische sectoren kan het onderwijs op verschillende manieren meewerken aan de zogenaamde ‘competentieagenda', een visietekst over welke competentieontwikkeling nodig is voor de economische toekomst. In zijn advies bespreekt de raad de belangrijkste bijdragen die onderwijs kan leveren. De Vlor merkt wel op dat mensen voorbereiden op de arbeidsmarkt slechts één deel is van de pedagogische taak die het onderwijs heeft.

De competentieagenda 2010 is een onderdeel van het meerbanenplan van de Vlaamse regering. Hij beschrijft welke competenties belangrijk zijn om een leven lang breed inzetbaar te blijven. Hij bevat ook de doelen die overheid en sociale partners inzake competentieontwikkeling moeten realiseren. De overheid verwacht dat het onderwijs en de organisaties en bedrijven op de arbeidsmarkt de competenties ontwikkelen die belangrijk zijn voor een hogere arbeidsgraad.

Breed competentiebegrip
De Vlor is gewonnen voor een brede omschrijving van wat competenties zijn. Zo'n breed competentiebegrip sluit aan bij de vormende missie van het onderwijs, dat ook creativiteit, kritische zin, normen en waarden, diversiteit, persoonlijkheidsvorming, enz. nastreeft. Het is jammer dat de competentieagenda het competentiebegrip gaandeweg versmalt tot inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.

Bijdrage onderwijs
Welke taken kan het onderwijs op zich nemen om de doelstellingen van de competentieagenda te helpen vervullen?

1 Keuzebegeleiding en loopbaancompetentie
Het onderwijs kan mensen leren hoe ze hun levensloopbaan zelf kunnen sturen. De Vlor huldigt in verband met loopbaanbegeleiding een alomvattend - holistisch - standpunt. Een individu kan keuzes maken in functie van werkgelegenheid, maar ook van maatschappelijk engagement, persoonlijke ontwikkeling, zorg of andere rollen die men in de samenleving wil opnemen.

In het leerplichtonderwijs blijft het CLB studiekeuze begeleiden. Welke onderwijsondersteunende organisatie daarna de loopbaanbegeleiding kan verzorgen, moet nog worden bekeken. Ook moet nog worden onderzocht hoe de VDAB en de economische sectoren met het CLB kunnen samenwerken.

2 Kwalificatieniveau verhogen
Het onderwijs kan inspanningen leveren opdat meer mensen hun opleiding met een kwalificatie beëindigen. De Vlor formuleert concrete actiepunten voor drie niveaus:

  • de ongekwalificeerde uitstroom in het secundair onderwijs terugdringen
  • het kwalificatieniveau van die middengeschoolden verhogen door te zorgen voor een hoger beroepsonderwijs en voor aanvullingstrajecten die de overgang naar het hoger onderwijs verbeteren
  • het aantal studenten dat slaagt in het hoger onderwijs verhogen.


3 Stimuleringsbeleid levenslang leren
De Vlor dringt aan op een coherent stimuleringsbeleid voor levenslang leren op alle beleidsniveaus. De maatregelen van de diverse beleidsdomeinen of –niveaus mogen elkaar niet dwarsbomen. De Vlor haalt het betaald educatief verlof aan als voorbeeld. Al die voorstellen en maatregelen kunnen maar gerealiseerd worden als het onderwijs en de economische sectoren vlot samenwerken.
Download hier het volledige advies (PDF, 93.46KB)