Advies over de conceptnota Bestuurlijke Optimalisatie
De Vlor bracht advies uit over de conceptnota bestuurlijke optimalisatie. Daarin worden voor het toekomstig bestuurlijk landschap drie bestuurlijke figuren voorgesteld: het individueel schoolbestuur, de vereniging van schoolbesturen (VVS) en het schoolbestuur met bijzondere kenmerken.
Advies op hoofdlijnen
De Vlor vindt het positief dat het onderwijsveld met deze conceptnota een zicht krijgt op de mogelijkheden die bestuurlijke optimalisatie biedt. De conceptnota heeft een grote impact op het onderwijslandschap waarvan niet alle gevolgen eenvoudig in te schatten zijn, zeker niet binnen het korte tijdsbestek waarbinnen dit advies moest worden voorbereid. Daarom geeft de raad een aantal krijtlijnen mee waarbinnen de overheid de conceptnota verder kan uitwerken.
Versterking van bestuurskracht centraal
Voor de Vlor ligt de centrale uitdaging in de versterking van de bestuurskracht van schoolbesturen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Er moet daarvoor ingezet worden op vier elementen: organisatiestructuur, organisatiecultuur, beleidsvoerend vermogen van het schoolbestuur en een code van goed bestuur. In een bestuurlijke optimalisatie zitten er heel wat kansen, maar ook bedreigingen. Of goed bestuur het resultaat zal zijn, hangt af van de context en specifieke omstandigheden.
Randvoorwaarden
De Vlor ziet enkele belangrijke randvoorwaarden om bestuurlijke optimalisatie te doen slagen. Elke school moet over voldoende basisomkadering beschikken. Bovendien moeten schoolbesturen vrij kunnen kiezen in welke bestuurlijke figuur ze instappen en moet het voor hen mogelijk zijn om keuze bij te sturen. Er moeten ook voldoende garanties zijn voor inspraak van personeel, ouders en leerlingen. Binnen de Vlor bestaat er wel verdeeldheid over de evenwaardigheid tussen VVS en de SBK op het vlak van incentives en looptijd.
Stimuli
Uit een vergelijking van de huidige en toekomstige situatie blijkt dat er de facto geen sprake is van stimuli, maar van een herschikking van de middelen. De Vlor vraagt dat middelen met een leerlinggerichte doelstelling als zorg, niet in de herschikking worden opgenomen.
Inwerkingtreding
Een inwerkingtreding van de bestuurlijke optimalisatie in 2018 vindt de Vlor snel. Om de inwerkingtreding te bepalen vraagt de Vlor een aantal elementen in overweging te nemen: een vaste ingangsdatum of een termijn, de inwerkingtreding van andere beleidsplannen zoals de modernisering van het secundair onderwijs, hbo5, volwassenenonderwijs en de lerarenopleiding en de verkiezing van de lokale besturen. In elk geval moeten er goede overgangsmaatregelen voorzien worden.