Reflectienamiddag: Wendbaar hoger onderwijs

De uitdagingen voor het hoger onderwijs in de komende jaren zijn niet min. Denk bijvoorbeeld aan de explosieve stijging van studentenaantallen. Dat zet ook de uitdagingen op scherp rond kwaliteit, zeker in een financieringssysteem dat op zijn grenzen botst. Ondanks de stijging in studentenaantallen weerspiegelt de diversiteit in het hoger onderwijs nog lang niet die in de maatschappij. In het publieke debat rijzen vragen over het hogeronderwijsdiploma als enige toegangspoort tot de arbeidsmarkt, of over de economische return van de investeringen in het hoger onderwijs.

Om te anticiperen op deze uitdagingen en er adequaat mee om te gaan, moet het hoger onderwijs zich wendbaar kunnen opstellen. Het doel van deze reflectienamiddag was om het debat aan te gaan over de rol en de positie van het hoger onderwijs in de maatschappij van vandaag en van de toekomst. Vanuit zijn overlegfunctie ging de Vlaamse Onderwijsraad samen met spelers uit het hoger onderwijs en Vlaamse beleidsmakers dieper in op de centrale vragen: “Hoe kan het hoger onderwijs anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen? Hoe kan het hoger onderwijs zich voorbereiden op de toekomst? Hoe kan het hoger onderwijs het roer in handen nemen?”. 

Een hoger onderwijs dat zich wendbaar opstelt, kan adequaat reageren op een snel veranderende samenleving en dynamisch mee bewegen met maatschappelijke evoluties. Het is in staat om zichzelf snel en effectief bij te sturen, greep te krijgen op de maatschappelijke ontwikkelingen en de toekomst mee vorm te geven. 

Om dit te realiseren, identificeerde de Vlaamse Onderwijsraad 4 bouwstenen: (1) autonomie en beleidsruimte, (2) verantwoordelijkheid en vertrouwen, (3) visie, leiderschap en overleg, en (4) fungeren als lerende organisatie.

Keynote Jeroen Huisman (Centre for Higher Education Governance, UGent): Evenwicht tussen autonomie en overheidssturing

Jeroen Huisman ging dieper in op het evenwicht tussen autonomie en overheidssturing dat het hoger onderwijs nodig heeft om zich wendbaar op te stellen. Hij beschouwt wendbaarheid als een sturingsvraagstuk, namelijk wie stuurt en in welke richting? Huisman bekijkt dit vraagstuk vanuit het perspectief van de overheid en beleidsmakers, en stelt dit voor aan de hand van enkele metaforen. Hij ging dieper in op de concepten autonomie en verantwoording en durft ook, zoals hij het zelf verwoordt, op een utopische manier naar de toekomst te kijken waarbij hij verwijst naar een aantal instrumenten als tools of government, die kunnen worden ingezet om een bepaald (beleids)probleem op te lossen. Dat vereist een grondige probleemanalyse die ook mogelijke conflicten tussen instrumenten in kaart brengt, waarbij de betrokkenen het engagement opnemen om met elkaar ‘een goed gesprek’ te voeren. 

Keynote Ron Bormans (Adviescommissie Strategic Education Alliance, University of Curaçao): Visie, leiderschap en collectief lerende organisaties

Ron Bormans sprak over het belang van collectief lerende organisaties waarin de actoren in het hoger onderwijs samen de lijnen uitzetten. Het verschil tussen horizontale en verticale structuren en afstemming binnen het hoger onderwijs vormde een rode draad doorheen zijn keynote. Het debat over besturing wordt omwille van de vraag naar de verdeling van autonomie tussen overheid en hogeronderwijsveld te vaak gereduceerd tot een verticale verdeelkwestie, terwijl de uitdagingen zich op de horizontale as situeren. Dat doet een lege tussenruimte ontstaan. In functie van een wendbaar systeem is het van belang om te vertrekken vanuit het collectief belang, om zo samen die tussenruimte in te vullen via collectieve afstemmingsmechanismen en het gezamenlijk opnemen van leiderschap.

Veerle Hendrickx (Algemeen directeur Karel de Grote Hogeschool Antwerpen): Wendbaarheid in de praktijk

Veerle Hendrickx belichtte enkele praktijkvoorbeelden vanuit het hogeronderwijsveld. Zij beschouwt gekaderde autonomie als een cruciale voorwaarde om wendbaarheid in het hoger onderwijs te realiseren. Ze illustreert die wendbaarheid aan de hand van vier thema’s: de covid-pandemie, crisissituaties, studiesucces en de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Lees hier het interview met Veerle Hendrickx in Wijzer

Dylan Couck (Voorzitter Vlor-werkgroep wendbaar hoger onderwijs, onderzoeker UGent): slotreflecties

Dylan Couck  bracht enkele slotreflecties. Ten eerste wees hij erop dat wendbaarheid vooral betekent dat het hoger onderwijs in staat moet zijn om tijdig te reageren op grote maatschappelijke veranderingen en de opportuniteiten te detecteren. Dit niet doen, kan ervoor zorgen dat de opportuniteit een bedreiging wordt. Artificiële intelligentie bijvoorbeeld, houdt grote kansen in voor het hoger onderwijs, maar er niets mee doen zou betekenen dat afgestudeerden onvoldoende voorbereid op de arbeidsmarkt terecht komen. Ten tweede verwees hij naar de vier eerder gepresenteerde bouwstenen die het hoger onderwijs toelaten om zich wendbaar op te stellen. Couck stelt dat het niet volstaat om zich op één van deze bouwstenen te richten, maar om ze allen voor ogen te houden. Alle betrokken actoren horen dit te doen: een overheid moet zich niet alleen richten op de verantwoordelijkheid van hogeronderwijsinstellingen en de instellingen niet alleen op hun autonomie. Het evenwicht – dat er volgens hem momenteel onvoldoende is – moet hersteld worden. Ten derde reflecteerde hij over de plaats van zelfreflectie en zelfregulatie in het hoger onderwijs. Daarbij beschouwt hij de Vlaamse Onderwijsraad als een belangrijk orgaan waar die zelfreflectie kan gebeuren, mits alle partners dit engagement ook ten volle opnemen: problemen moeten erkend kunnen worden, maar er moet vervolgens ook ruimte zijn om over oplossingen na te denken. Met betrekking tot zelfregulatie benadrukt hij het belang van een echte en grondige dialoog tussen overheid en hogeronderwijsactoren, zowel over uitdagingen die zich stellen als de oplossingen daarvoor. Een grondige probleemanalyse vooraf, en degelijke evaluaties achteraf zijn cruciaal bij het invoeren van nieuw beleid. Ten laatste reflecteerde Couck over de vraag of wendbaarheid bij grote veranderingen iets anders is dan de governance van het hoger onderwijs op dagelijkse basis. Wat wendbaarheid onderscheidt, is de tijd en ruimte die cruciaal is om zich op deze uitdagingen te kunnen voorbereiden. En net dat gevoel, dat er tijd en ruimte is om nieuwe zaken te ondernemen, is in onderwijs veelal afwezig.