Advies over de uitstroomfinaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding
Het Bolognaproces bepaalt dat de eerste cyclus van de academische opleidingen niet enkel moeten gericht zijn op de doorstroom naar de masteropleidingen, maar ook op de uitstroom naar de arbeidsmarkt. Daarom heeft de overheid in het laatste onderwijsdecreet de finaliteit van de academisch gerichte bacheloropleidingen gewijzigd.
In zijn advies over OD XXIII stelde de Vlor die decreetswijziging niet in vraag. Hij vroeg de overheid wel haar intenties te verduidelijken en met alle stakeholders een debat te voeren over de praktische invulling en de consequenties van de wijziging. Daarbij moet ook bekeken worden hoe het diploma van de academisch gerichte bacheloropleiding op de arbeidsmarkt gevaloriseerd kan worden.
In dit nieuwe advies op eigen initiatief lijst de Vlor de gevolgen van de decreetswijziging op voor het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt.
De Vlor is van mening dat de dat de doorstroomfinaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding de prioritaire doelstelling moet blijven. Het toevoegen van een uitstroomfinaliteit moet met de nodige omzichtigheid benaderd worden en de raad vindt dat die enkel occasioneel geoperationaliseerd kan worden. De oorspronkelijke formulering van het structuurdecreet waarin de uitstroomfinaliteit als een aanvullende doelstelling gezien werd, sluit volgens de Vlor beter aan bij de realiteit van de arbeidsmarkt en de huidige structuur van het hoger onderwijs. De valorisatie door de arbeidsmarkt is nog onvoldoende duidelijk. Bovendien komt de transparantie in opleidingstypes mogelijks in het gedrang door het spanningsveld dat gecreëerd wordt in de verhouding tot de professioneel gerichte bacheloropleiding en tot de master.
Voor de Vlor is het wel duidelijk dat de academisch gerichte bacheloropleiding een afgerond pedagogisch geheel moet vormen dat studenten op een academisch niveau opleidt. Het kwaliteitszorgsysteem moet daarover waken.
Download hier het volledige advies