Advies over de implementatieproblemen van de taalregeling hoger onderwijs
Via het integratiedecreet zijn er meer mogelijkheden om een anderstalig aanbod in te richten in het hoger onderwijs. De Vlor wees er eerder op dat de die taalregeling te complex is voor het werkveld en pleit daarom voor een grondige vereenvoudiging. De raad vraagt de minister op korte termijn duidelijkheid te scheppen.
Te stroeve taalregeling vereenvoudigen
De kern van het probleem van de nieuwe taalregeling is dat ze zo sterk omgeven is door controlemechanismen dat de implementatie ervan gehypothekeerd wordt. Ze veroorzaakt planlast bij de instellingen hoger onderwijs en is op heel wat punten niet transparant. De huidige taalregeling stimuleert internationale uitwisseling niet, omdat ze de inkomende mobiliteit hindert. Daardoor komen de objectieven die de Vlaamse Regering inzake internationalisering zelf naar voor heeft geschoven, in het gedrang. De vrees tot een ‘verengelsing’ van het aanbod in Vlaanderen, zoals dat in Nederland gebeurd is, is volgens de Vlor ongegrond. Het inrichten van anderstalige opleidingen vraagt van onderwijsinstellingen immers behoorlijke inspanningen wat betreft personeelsinzet en financiële middelen. Instellingen zullen deze beslissing dus niet lichtzinnig nemen.