Advies over het ontwerpbesluit over de erkenning van onderwijskwalificaties 1 t/m 4
De minister vroeg aan de Vlor advies over een ontwerpbesluit dat uitvoering geeft aan de Vlaamse kwalificatiestructuur. Het legt de samenstellingsmogelijkheden voor onderwijskwalificaties en de criteria voor de ordening in een opleidingenstructuur vast. Vooraleer in te gaan op het voorliggend ontwerpbesluit, formuleert de Vlor een aantal principiële bedenkingen bij de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Principiële bedenkingen bij de Vlaamse kwalificatiestructuur
De Vlor herhaalt zijn pleidooi voor een ontkoppeling van de kwalificatiestructuur en een opleidingenstructuur. De raad is van oordeel dat de niveaudescriptoren van de kwalificatiestructuur niet geschikt zijn voor het beschrijven van einddoelen. Daarnaast wordt er op geen enkele manier verantwoord waarom een bepaald onderwijsniveau of bepaalde onderwijsvorm toegewezen worden aan een kwalificatieniveau. De Vlor ziet in een strikte integratie van onderwijskwalificaties in de kwalificatiestructuur geen meerwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs. De raad vindt de kwalificatiestructuur wel relevant voor de arbeidsmarktgerichte opleidingen. De beroepskwalificaties bieden een eenduidig referentiekader waarop de inhouden van de opleidingen kunnen afgestemd worden. De Vlor kan echter niet akkoord gaan met het feit dat beroepskwalificaties onverkort moeten overgenomen worden in de opleidingen omdat ze de competenties van een volwaardig beroepsbeoefenaar omschrijven én omdat ze ook externe certificering kunnen omvatten. De Vlor vraagt dat de onderwijsverstrekkers betrokken worden bij de totstandkoming van de beroepskwalificaties en dat niet enkel de sectoren de verantwoordelijkheid dragen. Voor de beroepskwalificaties werd er een uitzondering voorzien op het legaliteitsbeginsel zodat ze kunnen erkend worden door de Vlaamse Regering in plaats van door het Vlaams Parlement. De Vlor waarschuwt ervoor dat een gelijkaardige procedure in geen geval mag ontwikkeld worden voor de eindtermen.
Fundamentele bedenkingen bij het ontwerpbesluit
De Vlor pleit ervoor dat alle onderwijsopleidingen tot onderwijskwalificaties leiden. Dit ligt volledig in lijn met de definitie die het decreet op de Vlaamse kwalificatiestructuur hanteert voor onderwijskwalificaties. Een onderscheid in het soort kwalificatie waartoe een opleiding leidt zou immers een nieuwe hiërarchie in het leven kunnen roepen. De raad gaat er bijgevolg ook niet mee akkoord dat een aantal opleidingen zoals DKO, BuSO OV 3 en een aantal opleidingen van het volwassenenonderwijs 'niet tot een kwalificatie' leiden. Het is volgens de raad nog te vroeg om de samenstellingscriteria voor de onderwijskwalificaties te bepalen. De gevolgen van standpunten hierover kunnen nog niet ingeschat worden omdat er slechts een fractie van de beroepskwalificatiestructuur ingevuld is. Het is wijzer om te beslissen over de verkaveling van het aanbod als er een volledig zicht is op de beroepskwalificatiestructuur. In de tussentijd kunnen de arbeidsmarktgerichte opleidingen zich al baseren op de erkende beroepskwalificaties. De actualisering van het aanbod van het arbeidsmarktgericht onderwijs hoeft hier dus niet onder te lijden. Tot slot wijst de Vlor er op dat de procedures voor erkenning tussen de verschillende onderwijsvormen en -niveaus niet elkaar mogen drijven. Dit zou een coherent onderwijsaanbod met perspectief voor levenslang leren niet ten goede komen.